Tienstrepige misdadigers in Callantsoog

Nadat de Duitsers ons land in 1945 hadden verlaten en wij zelf weer de baas waren, vond er in 1948 weer een invasie plaats die ons land bedreigde. Het was een leger kevers dat het voorzien had op onze aardappelen. Op onze piepers. Aardappelen waren en zijn ons voornaamste volksvoedsel.

Vincent van Gogh maakte er een schilderij van: de aardappeleters. De coloradokever was een groot gevaar en bijna iedereen werd ingeschakeld om die op het oog onschuldige insecten dood te maken. In juni 1948 speurden Callantsoger schoolkinderen het strand af naar de tienstrepige ‘misdadigers’. Honderden van zulke indringers werden onschadelijk gemaakt. Als ze gevonden werden moest dat onmiddellijk gemeld worden bij de toenmalige burgemeester Correljé.

De coloradokever kwam in de zomer van 1948 regelmatig in het nieuws. Maar al veel eerder, in 1876, werden er drie levende exemplaren gevonden op Workum. ‘De Coloradokever schijnt ook onze grenzen te hebben overschreden’, kopt een krant uit dat jaar. In een taalkundig leerboek uit 1877 staat de opdracht om de volgende zin aan te vullen: ‘Er is geen dier in ons land, tegen de mogelijke vestiging en verspreiding waarvan wij allen met meer ijver en vrees waken, als de coloradokever, omdat…’ De leerling werd geacht zoiets als ‘omdat deze diertjes hele aardappelvelden kaal kunnen vreten’.

Het lijkt er veel op dat al in de negentiende eeuw de coloradokever algemeen bekend was onder de Nederlandse bevolking. Een aardrijkskundig leerboek uit 1900 meldt: ‘Hoe de mensen vaak zonder het te willen insecten overbrengen, leren de druifluis en de coloradokever die met Amerikaanse aardappelen naar Europa zijn vervoerd.’

De veelvraat was in Frankrijk gearriveerd en kwam steeds dichterbij. Gelovigen zagen het als een straf van God: ‘Ieder mislukt gewas, ieder ongedierte, bladluis of coloradokever is de vrucht van de boosheid van de bewoners der aarde’ meende de schrijver van een stichtelijk boekje uit 1901. In 1875 werd in Nederland dan ook de invoer van aardappelen uit de VS en Canada verboden, maar drie jaar daarna alweer opgeheven. Het had weinig geholpen want de kever breidde zich onstuitbaar uit over Europa.

De coloradokever blijkt na al die tijd een taaie rakker te zijn. Ondanks alle bestrijdingsmiddelen komt hij nog steeds voor in Nederland. Hij bouwt steeds weer resistentie op. Vooral onverzorgde moestuintjes kunnen er last van hebben. Het is dan ook zaak als je aardappelen wilt telen er rekening mee te houden. Meestal is het voldoende om de eitjes aan de onderkant van het blad stuk te knijpen. Maar helemaal verdwijnen zal de ‘exoot’ niet. Blijkbaar hoort hij er nu gewoon bij.

Het voorkomen van de coloradokever is een ongewild, negatief gevolg van onze moderne landbouwmethoden. Grote velden aangeplant met hetzelfde gewas -monocultuur- vormen een gevaar doordat er geen biologisch evenwicht kan ontstaan. Eenzelfde ontwikkeling zie je in een grote strook langs de kust van Noord-Holland, de bloembollencultuur.

Het zijn dan wel verschillende soorten maar ook hier is sprake van monocultuur, waarbij veel chemische middelen gebruikt worden om de gewassen te ‘beschermen’. Maar die middelen zijn gevaarlijk voor de mens en verstoren het natuurlijke evenwicht. Glyfosaat is bijvoorbeeld erg populair bij de bollenkweker om een perceel dood te spuiten en zo vrij te maken van onkruid voordat er bollen geplant worden. Er dient zich volgens de berichtgeving een ware Parkinson epidemie aan. De nieuwe beroepsziekte van het bollenbedrijf?

Avatar foto
Kees Zwaan is vast columnist van Noordkop Centraal.



Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):