Waarom kreeg Callantsoog geen treinstation?

We vinden het heel normaal dat we in Schagen op de trein kunnen stappen. Lang geleden werd er echter fel over gedebatteerd in de Tweede Kamer. Die koos uiteindelijk voor een heel duur tracé langs Schagen in plaats van het veel goedkopere langs de duinen waar toch alleen maar landmannen, stropers en minvermogenden woonden. Aan hen was een station niet besteed. Wat moeten die ‘strandbewoners’ er in vredesnaam mee? Dat was ongeveer de teneur waarin het destijds in de Kamer werd besproken.

In 1861 vierde Schagen dan ook groot feest omdat de nieuwe spoorweg van Amsterdam naar Den Helder via Schagen zou lopen. Schagen kreeg een station. Hoera. Nauwelijks was bekend dat de Eerste Kamer de Spoorwegwet had aangenomen of men zag van meer dan 25 torens de vlaggen wapperen; geheel Noord-Holland beoosten het kanaal (Noord-Hollands Kanaal) vierde feest.

Een westelijke spoorlijn langs de duinen bij Callantsoog werd eerder ook door de Tweede Kamer nipt verworpen met 31 tegen en 29 stemmen vóór. De twee afgevaardigden van het kiesdistrict Alkmaar, waar ook Callantsoog onder viel, stemden vóór een spoorweg langs Callantsoog, maar dat mocht niet baten.

Al in 1858 beijverde het gemeentebestuur van Schagen zich om de spoorweg langs Schagen te krijgen en diende daartoe zelfs een rekest in bij de Minister ‘in het belang dezer en omliggende gemeenten.’ Twee jaar later deed Schagen daar nog een schepje bovenop door te benadrukken dat zij liever géén spoorlijn zag dan een westelijk tracé langs Callantsoog, deze zou ‘doelloos’ zijn en in dat geval gelegd worden aan de ‘uiterste zelfkant’ van de Kop van Noord-Holland.

Inwoners van Schagen spraken zich destijds nogal denigrerend uit over die ‘strandbewoners’ in de duinen. Waar hebben die lui nu een treinstation voor nodig? Dan maar enkele miljoenen guldens meer uitgeven voor een lijn langs Schagen.

De liberale staatsman Thorbecke vergeleek de ruimtelijke orde met een organisme dat moet groeien. Het centrum van dat organisme was (en is nog steeds) de Randstad. De Kop van Noord-Holland was (en is) een perifeer gebied. Het spoorwegnet diende volgens Thorbecke vanuit de Randstad stapsgewijs uitgebreid te worden. Bovendien moesten hier de ‘vrije krachten van de maatschappij’ hun werk doen.

Net als in de huidige tijd dachten beleidsmakers zoals hij dat privatisering en concurrentie zowel het product als de prijs gunstig zouden beïnvloeden. Concurrentie op het spoor zou beter zijn dan een staatsmonopolie. Een voorstander van staatsexploitatie vond in 1899 dat de macht van private ondernemingen erg ver ging omdat ze de economische ontwikkeling van een stad of streek konden maken of breken.

Dunbevolkte streken waren voor particuliere beleggers, spoorwegondernemers en de staat niet zo aantrekkelijk om er geld in te steken. ‘In statistieken en beleidsoverwegingen telden reizigers trouwens niet mee.’ Een rendabele spoorweg zou hoofdzakelijk drijven op goederen.

Het debat in de Tweede Kamer over langs welke steden de spoorrails gelegd zouden moeten worden bracht regionale tegenstellingen en belangen goed aan het licht. ‘Een spoorweg herdefinieerde namelijk de economische, culturele en politieke verhoudingen tussen steden en regio’s die wél en die niet een station kregen.’

De afgevaardigden uit de vele kiesdistricten werden geacht zonder ‘last en ruggespraak’ hun mening te vormen en het algemene en private belang daarbij zorgvuldig af te wegen. In de praktijk kwam het er toch op neer dat vooral private, lokale belangen zwaarder wogen dan het algemene belang.

De toenmalige burgemeester van Zijpe, A.J. van Doorn, die daar tevens raadslid was, had als ‘bijbaantje’ het burgemeesterschap van Callantsoog. Eerder was hij makelaar in Schagen. Nergens blijkt uit dat hij zich voor het toerisme in Callantsoog inzette. Hij wilde wel graag zitting nemen in de Provinciale Staten van Noord-Holland, hetgeen met telkens maar één stem niet lukte. Dat was natuurlijk een stem op zichzelf. Uiteindelijk werd hij notaris op Wieringen.

Een grotere inzet voor Callantsoog van de toenmalige burgemeester had ertoe kunnen leiden dat Callantsoog een treinstation had kunnen hebben, maar hij voelde zich meer Schagenees dan Callantsoger of Zijpenaar, dus deed hij daar niet zijn best voor. Waarschijnlijk heeft hij het zelfs tegengewerkt.

Met een treinstation was Callantsoog veel eerder tot ontwikkeling gekomen als badplaats en economisch gezien Schagen voorbij gestreefd. Stel je voor, Schagen als deel van de gemeente Callantsoog. Het had zomaar gekund…

Wil je niets missen uit Schagen en de regio?
Avatar foto
Kees Zwaan is vast columnist van Noordkop Centraal.



Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):
1 antwoord
  1. Johan de Vet
    Johan de Vet zegt:

    Je kunt je ook afvragen waarom Middenmeer en Wieringerwerf geen treinstation hebben.
    Met de aanleg van de Wieringermeer hadden ze zo de spoorlijn tussen Hoorn en Medemblik door kunnen trekken en dan met een boog langs Wieringerwerf en Middenmeer naar Anna Pauwlona op het bestaande spoor aan kunnen laten sluiten.

Reacties zijn gesloten.