Column: Levensverhalen
‘Het is uniek dat iemand die nog leeft een autobiografie schrijft’ heeft Louis van Gaal eens gezegd. Hij sloeg de plank volkomen mis. Om een autobiografie te schrijven moet je in leven zijn. Want dat doe je zelf. Als je het door iemand anders laat doen, wordt het een biografie. Louis van Gaal heeft nooit een autobiografie geschreven. Zijn levensverhaal is opgetekend door een biograaf.
Iemand wilde graag weten hoe hij zijn levensverhaal zou kunnen opschrijven. Het triggerde me om erover na te denken. Een leven begint op een bepaald tijdstip en eindigt op een tijdstip ergens in de toekomst. Je kunt het leven zien als een cyclus, net als de seizoenen. Je wordt geboren en begint aan een lange lente, vervolgens aan het tussenstuk van je leven, de zomer en de herfst, waarna je vervolgens in de winter van je leven aankomt.
De ‘Meilandjes’ lieten hun levensverhalen opschrijven door een professionele biograaf en hoefden alleen maar tijdens vele interviews te vertellen wat er allemaal met ze is gebeurd. De biograaf maakte er een leesbaar geheel van en stuurde de Meilandjes een gepeperde rekening. Met zoveel ‘bewonderaars’ kunnen deze BN’ers rekenen op veel kopers en is het mogelijk een groot aantal boeken te drukken die vervolgens in de etalage van de boekhandels liggen te pronken. De inkt is als het ware nog niet droog of ze gaan al als warme broodjes over de toonbank.
Een autobiografie is andere koek. Die moet je zelf produceren. Hoe doe je dat? Als je je leven ziet als een verhaal, heeft het een begin en een eind. Het begin is je geboorte en het eind je dood. Voordat je dood gaat moet je het allemaal opschrijven. Meestal is dat in de ‘herfst’ van je leven, als je gepensioneerd bent en er ruim de tijd voor kunt nemen. Je kunt er lang over nadenken en diep graven in je geheugen. Je moet niet wachten tot je hersenfuncties af gaan nemen door Alzheimer. Dan is het echt te laat.
Je geboorte heb je niet bewust meegemaakt, maar de meeste mensen hebben nog wel ‘vroege’ herinneringen. En herinneren zich nog de verhalen die hun ouders vertelden. Daar begin je mee. In wat voor gezin ben je geboren? In welke plaats? Welk milieu? Welk beroep had je vader? Welke scholen heb je bezocht?
De meeste babyboomers werden geboren in een gezin waarvan de moeder altijd thuis was. Ze was de vrouw van een man die buitenshuis de kost verdiende. Ze was bovendien de opvoedster van de kinderen én huishoudster tegelijk. Ze stond als het ware in dienst van de echtgenoot, die zelfs lange tijd in juridische zin over haar heerste. Pas in de jaren zestig kwam er een kentering door de invoering van de Bijstandswet. Het werd gemakkelijker te scheiden van een tirannieke, dominante man. Bovendien was de ‘grote leugen’ niet meer nodig.
Je kinderjaren bracht je door in een bepaalde tijd. Soms wordt daar de term ‘tijdgeest’ voor gebruikt. Het is de tijd waarin je werd gesocialiseerd. De tijd waarin je visie op het leven werd gevormd. Welke cruciale gebeurtenissen vonden er plaats tijdens je jeugd? Ik denk bijvoorbeeld aan je eerste schooldag, het in ontvangst nemen van het diploma van de middelbare school, of het afstuderen aan een universiteit. Of een ernstige kinderziekte die je hebt doorstaan. Of het verlies van goede vrienden of familieleden. In hoeverre hebben zulke gebeurtenissen impact gehad op je verdere leven?
Als de ouders verhuizen naar een ander land of een andere streek kan dat grote invloed hebben op een kind. Je laat je schoolvrienden achter en moet weer met andere kinderen een band opbouwen. Je hebt geluk als je de kleuterschool tot en met het voortgezet onderwijs met dezelfde vriendjes volgt. Grote kans dat zulke vriendschappen daarna blijven voortduren. Verhuizingen hebben namelijk grote impact op kinderen en kunnen nadelig uitpakken voor hen.
Er zijn mensen die alleen de basisschool hebben doorlopen, maar ook mensen die een universitaire studie hebben afgerond. De eersten zullen al vroeg beginnen met werken en de laatsten veel later. Hun carrières zullen grote verschillen vertonen. Bovendien zullen er grote verschillen zijn in inkomens. Terwijl sommigen in weelde kunnen leven, zijn anderen gedwongen de tering naar de nering te zetten. En dat kleurt je leven. Het is leuk genoeg geld te hebben om te kopen wat je wilt hebben. Je leven krijgt mede vorm door de (financiële) mogelijkheden die je hebt. En zo sta je aan het eind van je jeugd aan het begin van de meest productieve periode van je leven. Bepakt en gezakt sta je op de drempel. Wat heb je meegekregen en tijdens je jeugd verzameld?
Socioloog Pierre Bourdieu vat dat samen als je ‘habitus’: je (sub)cultuur en je visie op de wereld, waarbij je ‘kapitaal’ een grote rol speelt. Dat kapitaal bestaat niet alleen uit bezittingen, maar ook uit je eventuele sociale netwerken. Hoe je je aan de wereld presenteert maakt tevens deel uit van dat kapitaal. Ben je gezegend met een knap uiterlijk? Dat helpt bij het succes van je doen en laten.
De productieve periode van je leven bestaat niet alleen uit werken. Je ontmoet een partner en krijgt kinderen. Je koopt of huurt een huis waarin je misschien erg lang blijft wonen. Welke gebeurtenissen vonden plaats tijdens deze periode? Ik denk aan huwelijk, geboorte en dood. Je ouders gaan dood en je kinderen worden geboren. Met je kinderen begint er opnieuw een generationele cyclus. Die gaan naar school en voordat je het weet gaan ze het huis uit. Hun kamers staan leeg en jij gaat met pensioen. Ben je in jouw ogen geslaagd in het leven? In welk opzicht?
Heeft je leven zin gehad? Denk je er met plezier aan terug of raak je verstrikt in depressieve gevoelens? Alle levens kennen ups and downs. Welke hadden de overhand?
Je kunt een tijdschaal maken waarop je de belangrijkste gebeurtenissen die je leven hebben beïnvloed, aangeeft en ordent. Je begint met de belangrijkste gebeurtenis, namelijk je geboorte. Zonder geboorte geen levensverhaal. En zo kom je steeds verder in de tijd met je schrijfsel, waarbij je sprongsgewijs tenslotte aankomt in de tijd van nu. Je bent er nog, dus moet je het vuur smeden als het nog heet is. Schrijf het meteen op als je iets te binnen schiet en probeer het te plaatsen in de tijdlijn. Je wilt tenslotte een leesbaar verhaal maken. En dat kan het beste als je alles chronologisch opschrijft.
Een mooi voorbeeld is het verhaal van Piet Vos, die zijn levensverhaal tot en met de jaren zestig opschreef. Zonder opsmuk. Zonder hoofdstukindeling. Zonder filosofische uitweidingen. Je ziet meteen de chronologie van bijna tot leven komende gebeurtenissen in Het leven van een 75-jarige Callantsoger. Als Piet Vos het kon, kan iedereen die kan lezen en schrijven het. Jij ook…
- Tip ons met foto's, filmpjes en verhalen via redactie@noordkopcentraal.nl
- Volg ons ook via Facebook, X, Instagram of TikTok. Word abonnee van ons Youtube-kanaal
- Volg het laatste nieuws altijd via noordkopcentraal.nl
- Luister via FM of online naar onze radiozender
- Kijk via Ziggo, KPN of online naar ons TV kanaal
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!