Column: W’schapbestuurder wil meer salaris

Ze vinden dat ze te weinig verdienen. De vijf hoogheemraden, de dagelijkse waterschapbestuurders, te weten Jos Beemsterboer, Klazien Hartog, Arnold Langeveld, Marjan Leijen en Simon Ruiter van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Hun gezamenlijke salaris bedraagt tot nu toe drie keer meer dan dat van een wethouder van een gemeente met 60.000 tot 100.000 inwoners. Dat is € 8.890,68 bruto per maand. Dat moet meer worden!

 Voor de vijf genoemde HHNK-bestuurders komt dat neer op totaal € 142.000,- extra. Het mooie voor deze bestuurders is dat de hogere bezoldiging ingaat vanaf mei dit jaar. De bevoegdheid om gebruik te maken van de verhoging ligt bij het algemeen bestuur. Het gaat om een zogenaamde ‘kan-bepaling’. Dit houdt in dat de verhoging geen automatisme is. Het hoeft dus niet. Maar het heeft er alle schijn van dat de verhoging zal doorgaan bij ons waterschap.

Onze waterschapbestuurders zeggen dat ze het veel drukker hebben gekregen door toedoen van de klimaatverandering. De aarde warmt op, de zeespiegelstijging zet door en naast droogte zullen er stortbuien zijn die we qua intensiteit niet eerder hebben gezien. Klimaatadaptie is het eerste waaraan ze moeten werken. Ervoor zorgen dat de waterlopen hoge waterstanden kunnen verwerken, dat de dijken hoog en stevig genoeg zijn om te voorkomen dat ze breken en dat vergroening qua beleid en uitvoering zijn beslag krijgt.

Het opmerkelijk is dat onze wethouders het ook drukker hebben gekregen doordat er taken van het Rijk naar de gemeenten zijn  overgeheveld maar dat hun bezoldiging niet omhoog is gegaan. Hiervoor zijn ook geen plannen. Die zijn er wel voor waterschapbestuurders. Op voorspraak van de Unie van Waterschappen (de koepel van waterschappen) heeft minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken) groen licht gegeven om dat te veranderen in vier keer het wethoudersloon.

De salarisverhoging is na een jarenlange discussie door Den Haag toegestaan, omdat waterschapbestuurders door nieuwe wetgeving en veel meer verplichte overleggen te maken hebben met een toename van taken. Ik schreef er zo pas over. Hierdoor zijn ze in de praktijk veel meer tijd kwijt aan het uitoefenen van hun bestuursfunctie dan de drie dagen waarvoor zij werden betaald. Ik hoor het de minister zeggen. U leest het goed: hun bezoldiging is gebaseerd op drie dagen werk. Laat dit tot u doordringen: € 8.890,68 bruto per maand voor drie dagen werk.

De Unie van Waterschappen verzocht op 16 februari minister de Jonge om in het Rechtspositiebesluit de mogelijkheid op te nemen om de bezoldiging voor leden van het dagelijks bestuur van de waterschappen vast te kunnen stellen op maximaal 400 procent. Minister de Jonge nam hier een positief besluit over. Lees het woord: de mogelijkheid om te verhogen. Het hoeft niet. Het ligt aan het algemeen bestuur van het Waterschap om deze verhoging toe te staan.

Het algemeen bestuur van HHNK moet hierover in november een besluit nemen. De verhoging van hun bezoldiging moet ergens van betaald worden. Eén keer raden wie de pineut zijn: dat zijn de burgers die van alle kanten geconfronteerd worden met stijgende lasten die het leven moeilijk maken. Daarbij komt dat de waterschapbestuurders niets te klagen hebben over hun salaris.

Er is dus alle reden voor het algemeen bestuur van ons waterschap HHNK om de verhoging niet te willen. Ook de bestuurders zelf moeten tot het oordeel komen dat de verhoging niet wenselijk is. De kans is groot dat het een lappendeken wordt over het hele land: er zullen waterschappen zijn die de verhoging van bezoldiging doorzetten en waterschappen die dit niet doen.  Dit is niet uit te leggen. Toch reken ik erop dat onze vijf hoogheemraden hun salarisverhoging krijgen. Het is aan hen om te zeggen: ik zie er vanaf.

Eugeen Hoekstra