Column: Nooit meer overstromingen?

Eigenlijk is het een beangstigende gedachte dat wij als Noordkoppers wonen beneden de zeespiegel. We hebben een blind vertrouwen in onze waterbouwkundige ingenieurs die ervoor moeten zorgen dat we geen natte voeten krijgen of moeten vluchten op het hoger gelegen Wieringen. Maar is dat vertrouwen wel terecht?

In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 gierde er een Noordwester storm van windkracht 11-12 over Nederland. Het was al langere tijd gevaarlijk hoogwater. Zelfs tijdens eb om half elf ‘s avonds bleef de waterstand ongewoon hoog. Het water wilde niet zakken. In combinatie met springvloed en de opstuwende kracht van de storm werd de waterstand zó hoog dat op verschillende plaatsen in Zeeland het zeewater over de dijken begon te stromen. Om drie uur ’s nachts hielden de dijken in Zeeland het niet meer. Grote delen van die provincie liepen onder water. Zo’n 100.000 dieren en 1836 mensen vonden de dood in het nietsontziende zeewater. Er had zich daar een grote ramp voltrokken.

Weinig mensen weten dat de Kop van Noord-Holland ook bijna door de golven was bedolven. Ter hoogte van Groote Keeten braken de duinen door, waardoor het ‘Botgat’ volledig volliep met zeewater. Gelukkig hield de even verder gelegen Zanddijk het water tegen.

Maar in de Zanddijk stond nog een ‘duiker’ (zorgt voor afwatering van het gebied) open, waardoor het zeewater polder ’t Hoekje in kon stromen. Het water stroomde met brute kracht door de duiker en veroorzaakte veel herrie. Een Keetemer die op een steenworp afstand van de Zanddijk woonde, werd door het lawaai wakker. Hij zou één van de eersten zijn geweest die in de problemen was geraakt door het water. Hij zag wat er dreigde te gebeuren en alarmeerde de omwonenden. Een groepje Keetemer mannen zette alles op alles om te voorkomen dat de dijk door zou breken.

Eerst probeerden ze met zandzakken de duiker te dichten, maar die ‘vlogen’ zo door de duiker heen en haalden niets uit. Toen kreeg één van de mannen een lumineus idee. Een groot, stevig dekzeil werd uitgerold waarna men er zandzakken in opstapelde. Zo werd het een groot pakket dat met vereende krachten voor de duiker werd gegooid. Het gat ging daardoor gelukkig dicht en de kolkende stroom water kwam tot stilstand. Een ramp was voorkomen door een handjevol mannen uit Groote Keeten.

Je kunt onze regio zien als een grote badkuip die bij een dijkdoorbraak helemaal vol kan lopen met water. Er wordt van alles gedaan om het water tegen te houden zoals het verhogen van dijken en duinen. En de Afsluitdijk. Maar of dat genoeg is zal de toekomst leren. In 1953 liep de badkuip gelukkig niet vol dankzij enkele dappere mannen uit Groote Keeten…

Kees Zwaan

(Foto’s: Keetemer mannen repareren het duin en vrachtwagens voeren zand aan in 1953 – Cor Klaver/Historische Vereniging Callantsoog)

Wil je niets missen uit Schagen en de regio?
Avatar foto
Je leest een bericht uit het rijke archief van Noordkop Centraal



Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):