Zwemmen in Huisduinen al meer dan 100-jarige traditie
DEN HELDER – Op de Zeedijk in Den Helder zien we iedere zomer weer een houten keet staan waarin sportieve Jutters van zwemvereniging Marsdiep zich omkleden om een duik te nemen in het zilte nat. Het is een traditie die lang geleden begon. Al in 1884 zwommen er dappere Nieuwediepers tussen twee strekdammen aan de Zeedijk. De heer Poll, geboren in 1859, trotseerde iedere morgen het koude water en richtte samen met de heer Siebolt in 1918 een zwemclubje op dat ‘Frissche Morgen’ werd gedoopt. Tot op hoge leeftijd bleef Poll zwemmen.
In augustus 1928 zwom een drietal leden van Frissche Morgen van Den Helder naar Texel. Door de sterke stroming van het Marsdiep was dat een grote prestatie. Mattheus Boogert, zijn nichtje Corrie en S. Krijnen bereikten veilig de overkant. Twee weken later maakte Boogert de tocht nog eens, maar zwom na aankomst op Texel meteen weer terug. Zijn nichtje Corrie raakte onderkoeld en kon niet zwemmend terug naar Den Helder. Voor alle zekerheid ging er bij een dergelijke tocht altijd een volgboot mee. Boogert bleef meer dan 5 uur in het ijskoude water. Bij de nadering van de Helderse kust stond er intussen een zeer sterke stroming in het Marsdiep waardoor hij grote moeite had om de wal te bereiken en een flink stuk afdreef. Bijna ieder jaar ondernamen leden van de Frissche Morgen de tocht naar de overkant, soms aangemoedigd door mensen op langsvarende schepen en passagiers van de Texelse veerboot.
Frissche Morgen deed vaak mee aan zwemwedstrijden in heel Noord-Holland en onderhield vriendschappelijke banden met andere zwemverenigingen in de Noordkop. De leden zwommen wedstrijden in Anna Paulowna, Wieringerwaard, Schagen en Wieringen. Tijdens een thuiswedstrijd (ook waterpolo) waren de leden van Frissche Morgen altijd in het voordeel, daar zij gewend waren in het soms ijskoude zeewater te zwemmen.
In de jaren twintig ontstond er veel kritiek vanuit de ‘nette’ Helderse burgerij die het onkuis vond dat leden van de zwemclub zich op de Zeedijk uit- en aankleedden. Vanaf 1926 plaatste de zwemclub dan ook iedere morgen om zeven uur een tent op de Dijk en werd deze routine iedere avond herhaald om half zes. De slechts 31 leden spraken onderling af dat wie het eerst aanwezig was de tent moest opzetten en wie het laatst wegging de tent weer moest opbergen. Daar hadden ze een ruimte in de buurt voor gereserveerd.Â
In 1927 zette de vereniging tijdens het zwemseizoen een vaste tent op. Dat scheelde veel werk en nu kon er een gescheiden kleedruimte voor mannen en vrouwen worden gerealiseerd, waardoor het ledental opliep naar 70, waaronder tien dames. Het ledental nam gestaag toe en in 1929 werd er zelfs een ledenstop ingesteld. Enkele jaren later, in 1934, beleefde de club opnieuw een record in het aantal leden, dat opliep tot 734. Dat had te maken met de opening van een splinternieuw clubgebouw met een oppervlakte van 87 vierkante meter, waarin ruimte was voor gescheiden kleedlokalen voor mannen en vrouwen. Er was zelfs ruimte voor een kantoortje voor een aan te stellen badmeester én een kleine kantine waarin men warme dranken en versnaperingen kon kopen.
De opening van het zeer ‘luxe’ clubgebouw ging gepaard met een groot feest. Er waren honderden belangstellenden op het feest afgekomen en de Zeedijk zag daardoor zwart van de mensen. De opening werd verricht door de heer Poll, het oudste lid, inmiddels 76 jaar, en Arie Bruijn, het jongste met zijn 10 jaar. Ze zwommen gezamenlijk een ererondje in het zeebad. De club bracht zelfs een eigen clublied ten gehore, dat werd gecomponeerd door Johan Pala. De tekst was van H. Hakkelaar. Dat lied begint als volgt:Â ‘Frissche Morgen! Weg je zorgen, laat ze zinken in de zee. Als het water lauw gaat worden, doe je ook natuurlijk mee.‘Â
En dat was niet aan dovemans oren gezegd want twee jaar later bedroeg het ledental meer dan 1000. Inmiddels had de club de beschikking over een vlot met springtoren, een springplank en een eigen vlet. Dat kon de club bekostigen van de door de leden opgebrachte contributie van 3 gulden per jaar. Niet-leden konden tegen betaling van 10 cent éénmalig gebruik maken van de accommodatie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam er bijna een einde aan de zwemclub. Op last van de bezetter mocht het gebouwtje niet meer op de Zeedijk neergezet worden. Tijdens de koude wintermaanden verdwenen de ongebruikte houten delen in de kachels van Nieuwediepers. Er bleven nog maar zeven leden over. Al snel na de bevrijding, in 1946, ging Frissche Morgen dan ook op in een andere zwemvereniging, de HZV. En anno 2020 zijn het dappere leden van zwemclub Marsdiep die ’s zomers in het frisse zeewater duiken.
(Foto 1:Â Mattheus Boogert, Corrie van der Hoeven en S. Krijnen vlak voor ze naar Texel zwemmen in augustus 1928 – Regionaal Archief Alkmaar)
(Foto 2: Zwemwedstrijden in 1930 met veel publiek – Regionaal Archief Alkmaar)
- Tip ons met foto's, filmpjes en verhalen via redactie@noordkopcentraal.nl
- Volg ons ook via Facebook, Threads, Instagram of TikTok. Word abonnee van ons Youtube-kanaal
- Volg het laatste nieuws altijd via noordkopcentraal.nl
- Luister via FM of online naar onze radiozender
- Kijk via Ziggo, KPN of online naar ons TV kanaal