OM: Hogere straf voor geweld tegen conducteur

ALKMAAR/SCHAGEN – Het Openbaar Ministerie is van mening dat het openlijke geweld tegen een conducteur op 13 september vorig jaar niet kan worden afgedaan met een werkstraf.

Dat heeft de officier dinsdag aangegeven tijdens de strafzaak tegen de twee verdachten, die betrokken zouden zijn geweest bij het slaan, bijten en steken van de conducteur.

Een van de verdachten, de 23-jarige Ammanuel. M. uit Anna Paulowna, gaf toe zich te herinneren dat hij met de conducteur gevochten heeft. Ook zei hij zich te herinneren dat hij een schroevendraaier had gevonden in de trein. Wel gaf hij aan dat de gebeurtenissen achteraf erg vaag voor hem zijn geworden, omdat hij veel drank op had op de dag van de vechtpartij.

De schroevendraaier zou mogelijk zijn gebruikt om de conducteur mee te steken en werd later gevonden in de arrestantenbus. De 21-jarige Henok M. ontkende dat hij iets te maken had met de vechtpartij. Hij zou de ruzie zelfs hebben proberen te sussen.

De twee jongens werden al gevolgd door een groep studenten van de opleiding veiligheid, die waren aangeslagen op vervelend gedrag. Zo zou er iemand zijn bespuugd en zou een vrouw van de trap zijn geduwd. De conducteur volgde hen tot in het laatste treinstel van de dubbeldekker, waar de jongens hem bleven ontglippen.

De verdachten wilden in Schagen de trein uit proberen te glippen, maar de conducteur versperde hen de weg en wilde de vervoersbewijzen zien. Vervolgens liep de situatie uit de hand. De conducteur pakte een van de jongens vast, maar werd daarop geslagen, gebeten en gestoken met een schroevendraaier.

Het geweld heeft volgens de juridisch medewerker van de NS grote impact op het slachtoffer gemaakt. De man heeft ruim 200 dagen niet kunnen werken door de gebeurtenissen en heeft pas begin deze maand zijn rol als conducteur weer opgepakt.

Dat gedrag kan volgens de officier van justitie absoluut niet door de beugel. Ze eiste daarom tegen beide verdachten een gevangenisstraf van 6 maanden waarvan de helft voorwaardelijk.

Die strafeis was volgens beide advocaten veel te hoog. Zij vroegen ook om vooral rekening te houden met het traumatische verleden van beide verdachten, die als kind in hun eentje vanuit Eritrea naar Nederland zijn gekomen. Daarnaast hadden ze allebei kort voor de vechtpartij een zwaar verlies te verwerken, waardoor ze naar de fles hadden gegrepen.

7 mei doet de rechtbank uitspraak.