Moet burgemeester in eigen gemeente wonen?

Burgemeester Marjan Van Kampen woont in Schagen. Er wordt dan ook van een burgemeester verwacht dat hij of zij in de eigen gemeente woont. Toen lang geleden een gemeente synoniem was aan gemeenschap maakten dorpsbewoners er een punt van. Het hoofd van de gemeente moest tussen zijn onderdanen wonen. Hij (vrouwelijke burgemeesters waren er toen niet) was een deel van de gemeenschap en deed mee met het plaatselijke verenigingsleven. Anno 2022 is de doorsnee-burgemeester een bureaucraat zonder binding met de gemeenschappen die hij of zij bestuurt.

Een gemeente is slechts een bestuurlijke eenheid en is in de verste verten geen gemeenschap te noemen. Dat bewijst een actie van overijverige ambtenaren die enkele jaren geleden borden in de Callantsoger duinen plaatsten met het opschrift ‘De duinen van Schagen’, waarna de Callantsoger gemeenschap in opstand kwam en de borden werden weggehaald. Callantsogers zijn namelijk geen Schagenaars.

In de negentiende eeuw had Callantsoog een burgemeester die twee gemeentes (in de zin van gemeenschappen) bestuurde, namelijk de Zijpe en Callantsoog. Hij woonde in de Zijpe (Schagerbrug). Toen hij in 1913 overleed kreeg Callantsoog een eigen burgemeester.

De Callantsoger gemeenschap was verheugd en verwachtte dat de kersverse burgemeester, jonkheer Egbert de Beyer, in haar midden zou komen wonen. Maar dat wilde hij niet. Zijn vrouw zag er namelijk als een berg tegen op in een gehucht als Callantsoog te gaan wonen. Het echtpaar betrok een riante villa aan de Kennemerstraatweg te Alkmaar, ‘Dekema State’ genaamd. Alkmaar was toen al een redelijk grote stad die een centrumfunctie vervulde. Daar was het een en ander te beleven in cultureel opzicht. Het niet willen of kunnen wonen in Callantsoog leverde burgemeester De Beyer veel kritiek op.

Gemeenteraadslid Piet Vos vervulde daarbij de voortrekkersrol. Hij en veel Callantsogers met hem waren van mening dat de burgemeester in het Dorp moest wonen. Die wens was al veelvuldig bij zijn installatie uitgesproken. Bovendien zou het wonen in een andere gemeente volgens artikel 74 van de Gemeentewet niet mogen. Alleen als het wonen in een andere gemeente van belang zou zijn voor de Callantsogers zou het volgens de wet mogen. En dat was in het geval van De Beyer niet van toepassing.

Tijdens een raadsvergadering in 1915 vroeg raadslid Piet Vos aan De Beyer hem het Koninklijk Besluit te tonen dat hem toestond in Alkmaar te blijven wonen. De Beyer antwoordde dat er geen toestemming voor gevraagd hoefde te worden omdat hij praktisch gezien al in Callantsoog woonde door een kamer bij ‘Braam’ te betrekken. Bovendien was er volgens De Beyer geen huis voor hem beschikbaar in Callantsoog. De woonkwestie zou het begin zijn van een langdurige strijd tussen de burgemeester en het socialistische raadslid.

Zo volgde Vos de verrichtingen van De Beyer op de voet. Hij legde ze als het ware onder een vergrootglas. Vos vond dat De Beyer zijn best niet deed en laks was bij het nemen van beslissingen. De Beyer had inmiddels een verzoekschrift aan Koningin Wilhelmina geschreven waarin hij vroeg om in Alkmaar te mogen blijven wonen. Als redenen had hij aangegeven dat er in Callantsoog geen huis voor hem zou zijn; dat hij daar wel een kamer had en daardoor veel in Callantsoog zou kunnen zijn; dat hij per auto snel van Alkmaar in Callantsoog kon zijn bij calamiteiten en dat hij per telefoon in Alkmaar bereikbaar was.

Om alle extra zaken betreffende de voedselvoorziening (voedsel was schaars tijdens de Eerste Wereldoorlog en werd gedistribueerd) in Callantsoog te kunnen regelen was zijn aanwezigheid in de gemeente beslist ‘brood’ nodig. Vos verklaarde dan ook: ‘Van Callantsoog weet u niemendal, u kent de menschen niet. Als u hier woont, kan u de menschen leren kennen. Thans is u meer in Alkmaar dan hier, hoe kan dat in ons belang zijn?’

Het college van B&W diende in november 1915 een motie in waarin de raad werd gevraagd om goed te keuren dat De Beyer in Alkmaar bleef wonen. Blijkbaar hadden de wethouders er geen moeite mee. Vos echter wél en hij diende terstond een tegenmotie in waarin het wonen in Alkmaar werd afgekeurd. Het voorstel van Vos werd verworpen en De Beyer kreeg de meerderheid van de raad achter zich. Je kunt je afvragen of de raad daarmee de mening van de Callantsogers vertolkte. Vermoedelijk was dat niet het geval. De Beyer ontving in de lente van 1916 een afwijzing van zijn verzoek om in Alkmaar te mogen blijven wonen. Blijkbaar vonden hoger geplaatsten het van groot belang dat een burgemeester daadwerkelijk in ‘zijn’ gemeente woonde.

Socialist Vos ging de strijd aan door in iedere vergadering de burgemeester te bekritiseren. Soms schoot De Beyer daarbij uit z’n slof en verhief dan geïrriteerd zijn stem. Ook een edelachtbare burgemeester zijn menselijke trekken niet vreemd. Hij wist inmiddels dat er veel jutters in Callantsoog woonden. Raadslid Vos was zo’n jutter in zijn vrije tijd. Toen een koopvaardijschip, waarschijnlijk de ‘Tubantia’, door een Duitse onderzeeër tot zinken was gebracht en er allerlei lading op de Callantsoger kust aanspoelde zag de Beyer als burgemeester-strandvonder zijn kans schoon. Er waren reeds zo’n 60 kistjes boter aangespoeld. Er was vast wel wat door jutters meegenomen naar huis. Hij liet dan ook de rijksveldwachter uit ’t Zand komen die hij samen met de gemeentepolitie opdroeg huiszoeking te doen bij Vos. En ja hoor, ze vonden een pakje boter op zijn zolder. Een ernstige overtreding, vond De Beyer. Alles wat op het strand gevonden werd diende te worden aangegeven bij de strandvonderij. Bij hem dus. De vete tussen Vos en De Beyer verergerde door deze gebeurtenis.

De klachten over De Beyer stapelden zich echter op. En nog steeds woonde hij niet bij zijn ‘onderdanen’. Dat zette steeds meer kwaad bloed. Aan het begin van de zomer van 1917 hield De Beyer het voor gezien en kreeg de raad zijn ontslagbrief toegestuurd. Hij wilde per 1 juli 1917 vertrekken omdat hij burgemeester zou worden in Oterleek. De Beyer kreeg in juni buitengewoon verlof maar zat nog wel de raadsvergadering aan het eind van de maand voor. Per 1 juli werd hem eervol ontslag verleend. Als enige was Vos daar tegen. Wethouder Govers luidde de burgemeester op een positieve manier uit. Vos hield wijselijk zijn mond en was blij dat zijn (politieke) vijand vertrok.

Van Kampen woont in de stad Schagen. Als burgemeester lijkt het me moeilijk kiezen. Tot welke gemeenschap wil je behoren? Die van Callantsoog? Of van ’t Zand? Schagerbrug? Oudesluis? Warmenhuizen? Het werd uiteindelijk Schagen…

Kees Zwaan
Hollands Kroon

Wil je niets missen uit Schagen en de regio?
Avatar foto
Kees Zwaan is vast columnist van Noordkop Centraal.



Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):