Column: Zijn Noordkopper vrouwen geëmancipeerd?

Kortgeleden meldden de media dat mannen nog steeds meer verdienen dan vrouwen en dat het verschil de laatste tijd nog groter is geworden. En het World Economic Forum meldde dat de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in Nederland fors is toegenomen. In het lijstje van landen staat IJsland nummer 1, wat gelijkheid betreft. Nederland duikelde van plaats 11 naar 38. Dat betekent dat de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in Nederland groter is dan in landen als Namibië, Rwanda en Uruguay!

Het brengt me tot de vraag of Nederlandse vrouwen wel zijn geëmancipeerd. Hebben zij zich wel voldoende ontworsteld aan het juk van de man? Feit is wel dat de meeste Noordkopper vrouwen niet achter het stuur zitten als er een man met rijbewijs beschikbaar is. En als twee echtparen op stap gaan zitten de mannen voor in de auto en de vrouwen op de achterbank. Veel vrouwen zijn bijzonder trots wanneer ze na hun huwelijk hun ‘meisjesnaam’ kunnen devalueren en op de tweede plaats mogen zetten. Ze gunnen zich bijna geen tijd om hun nu dubbele naam wereldkundig te maken. Nog steeds zijn de mannen heer en meester. Je ziet het overal. In de politiek. In het bedrijfsleven. In het gezin. En aan het inkomen. De vrouw zit nog steeds tweede rang. Haar recht blijkt nog steeds in veel gevallen ‘het aanrecht’ te zijn. Hoe is dat te verklaren?

Eeuwenlang was het gezin niet alleen een manier van samenleven, maar ook een productie-eenheid. Pappa, mamma en hun kroost werkten mee aan het gezinsinkomen. In de agrarische wereld waren er door de simpele manier van landbewerking veel handen nodig. Er was nauwelijks sprake van mechanisering. In de stad brachten veel mensen brood op de plank door het uitoefenen van een ambacht dat veelal in gezinsverband plaatsvond. De verdiensten waren niet hoog, zodat alle gezinsleden hun steentje moesten bijdragen.

Kinderarbeid was toen heel gewoon.

Welgestelde mensen hadden meer mogelijkheden. De man verdiende genoeg om zijn vrouw en kinderen te onderhouden. De echtgenote kon zich volledig richten op de huishouding en het opvoeden van de kinderen. De kinderen kregen een goede opleiding en hoefden niet zoals veel arbeiderskinderen hun jonge jaren te besteden aan ongeschoolde werkzaamheden in de fabriek. Een gezin met de vrouw als huishoudster, echtgenote en moeder werd aan het einde van de 19de eeuw ook het ideaal voor de gewone arbeider. Het was de manier waarop beschaafde burgers het gezin vormgaven. Zelfs socialisten vonden het burgerlijke gezin nastrevenswaardig. 

In de eerste helft van de twintigste eeuw was een huwelijk zelfs voldoende reden om een vrouw te ontslaan. Gehuwde vrouwen hoorden thuis voor de man en de kinderen te zorgen. De man ging buitenshuis om geld te verdienen. Zo was de rolverdeling. En nog tot in de huidige tijd zie je de hardnekkige symptomen van die rolverdeling. Mijn zussen stortten zich vol overgave op de taken van huisvrouw, echtgenote en moeder en werkten nauwelijks buitenshuis. Gelukkig zie je een langzame verandering in dat rollenpatroon. 

Moderne, geëmancipeerde vrouwen werken buitenshuis, verdienen een eigen salaris en laten zich niet wegjagen achter het stuur van de auto. Bovendien zien ze ‘het aanrecht’ als bijzaak. Sommige progressieve moeders doen er nog een schepje bovenop en houden hun eigen achternaam die ze dan zelfs doorgeven aan hun kinderen. Dat is wel even wennen voor de mannen…

Kees Zwaan

(Foto 1: Bruidspaar met bruidsmeisjes (ongeveer 1930) – Regionaal Archief Alkmaar)

(Foto 2: Demonstratie actiegroep Dolle Mina in 1970 – Nationaal Archief)

Wil je niets missen uit Schagen en de regio?
Avatar foto
Je leest een bericht uit het rijke archief van Noordkop Centraal



Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):