Column: Verkeersexamen

Iris fietst. Haar mobieltje gaat. Wat kan ze het beste doen?

A. Doorfietsen, opnemen en praten.

B. Doorfietsen, opnemen en zeggen dat ze zo terugbelt.

C. Afstappen en op de stoep de telefoon opnemen.

Dit is een vraag uit het theoretisch gedeelte van het landelijke verkeersexamen dat vorige week door 190.000 leerlingen van groep 7 van de basisscholen in Nederland werd gedaan. Hieronder ook 344 leerlingen uit Schagen.

Ook jij hebt vast ooit dit examen gedaan. Het wordt dit jaar namelijk voor de 87ste keer georganiseerd door Veilig Verkeer Nederland in samenwerking met lokale verkeersouders.

Waarom ik dit zo goed weet? Omdat ik zelf zo’n verkeersouder ben en, samen met nog tien ouders, het verkeersexamen in Schagen organiseer. En waarom ik dat doe? Omdat ik de moeder ben van Dirk en Faas. En omdat ik bij Pand Raak werk en daar wel eens uit het raam kijk.

En als je op de Laan uit het raam kijkt, zo rond acht uur in de ochtend, of twaalf uur in de middag, of vier uur in de middag, of eigenlijk de hele dag. Dan krijg je minstens drie keer per dag een hartverknettering.

Dagelijks fietsen ze namelijk voorbij, de scholieren. En dagelijks houd ik mijn hart vast. Ze fietsen met mobieltje in de hand, muziek hard aan en het liefste met zijn drieën of vieren naast elkaar. Het is een wonder dat er niet vaker ongelukken gebeuren. Gelukkig maar.

Over anderhalve jaar is Dirk een scholier en fietst ook hij hier langs en heeft ook hij een mobieltje. Tegen die tijd is er weliswaar een verbod en mag je geen mobieltje in je hand houden op de fiets. Maar je daar aan houden is natuurlijk totaal niet praktisch en niet cool.

Nog anderhalf jaar. En tot die tijd en daarna ga ik als verkeersouder mijn stinkende best doen om Dirk, zijn klasgenoten en alle andere leerlingen uit de groepen 7 en 8 van de basisscholen in Schagen, voor te lichten over verkeersveiligheid.

Als ouders snappen we als geen ander dat scholieren, scholieren zijn. En dat ze roekeloos kunnen zijn. En dat ze echt nog wel eens gaan bellen op de fiets. Maar we zijn er ook van overtuigd dat hetgeen we vertellen echt wel ergens blijft hangen en dat onze effort niet voor niets is. En als we hiermee ongelukken voorkomen, dan is onze missie geslaagd.

Tot slot
Waar moet Kamiel op letten om te weten of hij de spoorbaan veilig kan oversteken?
A. Op de spoorbomen.
B. Op het andere verkeer.
C. Op het rode licht.
Antwoord C is het juiste. Goed geantwoord? Zie je dat er heus iets is blijven hangen. En dat de voorlichting die je ooit hebt gehad niet voor niets is geweest 😉

MARJOLEIN DEUTEKOM

Wil je niets missen uit Schagen en de regio?
Avatar foto
Je leest een bericht uit het rijke archief van Noordkop Centraal



Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):