Column: Positieve gezondheid
Gezondheid is niet één dimensionaal. Er zijn veel factoren die je gezondheid positief of negatief kunnen beïnvloeden. Dat feit kan richtinggevend zijn bij de ontwikkeling van gezondheidsbeleid. Een visie die alle aspecten van gezondheid beschouwt noemt men holistisch. Een holistische benadering van zorg en gezondheid is bijvoorbeeld die van Machteld Huber die het concept ‘positieve gezondheid’ ontwikkelde. Positieve gezondheid bestaat volgens haar uit zes dimensies.
Namelijk je lichaamsfuncties, je mentale functies, je dagelijkse functioneren, de mate waarin je sociaal-maatschappelijk participeert, de kwaliteit van je leven en de spiritueel-existentiële dimensie: in welke mate ervaar je de zin van het leven? Volgens Huber is zingeving verreweg de belangrijkste dimensie van een gezond bestaan. In zeer moeilijke omstandigheden, zoals zelfs het leven in een concentratiekamp, kunnen zinvolle activiteiten je er doorheen slepen. Bovendien zou zingeving je weerstand en aanpassingsvermogen vergroten.
Wat mij opvalt is dat Huber te gemakkelijk over het sociaaleconomische aspect van gezondheid heen stapt. Armoede is namelijk een belangrijke oorzaak van ongezondheid. Ik zou dan ook de sociaaleconomische status als zevende dimensie van gezondheid aan haar theorie willen toevoegen. De vraag komt bij mij op hoe het kan dat een gezondheidswetenschapper/ medicus als Huber zo’n onderliggende oorzaak van ongezondheid niet uitgebreid heeft bestudeerd en in haar publicaties slechts impliciet aan de orde stelt. In haar proefschrift stelt zij wel dat beleidsmakers haar model van positieve gezondheid als een excuus zouden kunnen gebruiken om mensen zich te laten aanpassen aan slechte leefomstandigheden, aan hun lage sociaaleconomische status. Echter, door het sociaaleconomische aspect van (on)gezondheid niet expliciet in haar theorie op te nemen lijkt zij dezelfde beleidsmakers ruim baan te geven. Inmiddels blijken veel zorginstellingen Hubers theorie omarmd te hebben en lijken zij toch de kant op te gaan waar Huber voor waarschuwde.
In zekere zin is de theorie van Huber dan ook maatschappijbevestigend en niet revolutionair. Voor zover ik het kan overzien zet zij zich in haar publicaties nergens af tegen de fundamentele maatschappelijke ongelijkheid als factor van ongezondheid en deficiënte zorg. Wetenschapsfilosofe Donna Haraway betoogt dat wetenschappelijke kennis (zoals die van Huber) vaak wordt gepresenteerd als objectief, neutraal en onafhankelijk, maar is dat volgens haar vaak niet. Het is zoals Haraway dat noemt, een ‘view from above’. Volgens haar kunnen we ons beter richten op de ervaringen van groepen die onderdrukt of gediscrimineerd worden en door de machthebbers niet worden gehoord of erkend.
Haraway noemt dat ‘situated knowledge’ en ziet haar benadering als een ethisch instrument om te streven naar een goed leven en als instrument om de politieke overheersing door dominante groepen aan de kaak te stellen. Luister naar bewoners van achterstandswijken en verpleeghuizen om erachter te komen wat zij nodig hebben om gezond te kunnen leven!
Het institutioneel en beleidsmatig denken over zorg en gezondheid gebeurt echter meestal binnen niet ter discussie staande economisch-organisatorische kaders. Dat zien we duidelijk bij de manier waarop wethouder Mary van Gent en haar ambtenaren het Zorgdomein bezien en we zien het ook bij bestuursvoorzitter Tanja Ineke van Samen. Beide dames kunnen niet of willen niet ‘out of the box’ denken en laten zich volledig leiden door economische principes en de vraag hoe ze de zorg zo goedkoop mogelijk kunnen realiseren…
Kees Zwaan
Wil je niets missen uit Schagen en de regio?
- Tip ons met foto's, filmpjes en verhalen via redactie@noordkopcentraal.nl
- Volg ons ook via Facebook, Threads, Instagram of TikTok. Word abonnee van ons Youtube-kanaal
- Volg het laatste nieuws altijd via noordkopcentraal.nl
- Luister via FM of online naar onze radiozender
- Kijk via Ziggo, KPN of online naar ons TV kanaal