Column: Gehandicapten zijn vooral lastpakken

De Groenlinksfractie in de raad van Hollands Kroon legt zich niet neer bij het standpunt van het college dat het VN-verdrag voor mensen met een beperking niet slaat op zaken als het Waddenbelevingspunt. Daarom hoeven mensen met een beperking hier niet te komen. Of anders gezegd: we hoeven ons om die mensen niet druk te maken. Gaan ze naar de rechter dan zullen ze in het ongelijk worden gesteld. GroenLinks vindt deze stellingname stuitend en dat vind ik ook.

Het VN-verdrag wil dat mensen met een beperking overal kunnen komen al ware zij niet invalide. Het maakt niet uit wat voor plek het is. Het hoogste punt van het belevingspunt met uitzicht op de wadden is niet bereikbaar voor mensen die gekluisterd zitten aan een rolstoel. Dit had wel gemoeten. Het college vond dit ook getuige zijn uitspraak op 1 mei 2017: “De bereikbaarheid van het Waddenbelevingspunt voor mindervaliden is onverminderd een belangrijke randvoorwaarde.” Een jaar later wordt dit uitgangspunt pardoes ingeslikt.

Het is opmerkelijk dat alleen GroenLinks er zo’n hard punt van maakt en dat niet de hele raad in opstand komt tegen het walgelijke standpunt van het college om een bepaalde groep mensen uit te sluiten. De raad heeft toch niet voor niets een extra budget van 90 duizend euro beschikbaar gesteld om ook mensen met een beperking van dit uitzicht te laten genieten. Het college is niet meer van plan voorzieningen te treffen als valbescherming, passeermogelijkheden en markeringsstrepen om zo de bereikbaarheid te vergroten terwijl, zo stelt GroenLinks vast, geld is overgehouden op het onderhavige project.

Wat is dan het probleem van het college? Het lijkt erop dat het college er een principe kwestie van heeft gemaakt zoiets ‘als we dit gaan doen, moeten we alles zo doen.’ Het college gaat op de juridisch toer en meent dat het VN-verdrag niet zo strikt moet worden gelezen.

Deze houding hebben we ook gezien in de kwestie van de huishoudelijke hulp een paar jaar geleden. Het college gesteund door een meerderheid uit de raad interpreteerde de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning zo dat de gemeente deze hulp niet meer hoefde te verstrekken (m.u.v. mensen in de bijstand). Zo kwamen heleboel kwetsbare mensen in de problemen omdat ze hun huishoudelijke hulp niet meer zagen.

Wat we zien is dat als een gemeente denkt een geitenpaadje te hebben gevonden ze niet beslist in de trant ‘het belang van deze groep mensen is ons heilig’ maar in de trant ‘als het niet hoeft, doen we het mooi niet.’ Dit laatste is in de lijn van de ideologie van de terugtrekkende overheid. Uiteindelijk maakte de hoogste rechter een einde aan dit weerzinwekkend beleid dat ook in Schagen werd gevoerd en daarmee het landelijke nieuws haalde. De huishoudelijke hulp is wel degelijk een gemeentetaak, zei de rechter en dus moesten beide gemeenten op hun besluit terugkomen. Het ziet er naar uit dat de rechter weer moet opdraven om Hollands Kroon in te peperen dat het VN-verdrag gewoon nageleefd moet worden. 

Mensen met een beperking zijn lastpakken. Toen het waterschap de strandslagen overhevelde naar de gemeente Schagen was er niet gedacht over de positie van de mindervaliden. Bij het waterschap kregen de mindervaliden gratis een ontheffing en een pasje; bij de gemeente Schagen moest hiervoor worden betaald. In het meest ongunstige geval zou dit ruim honderd euro per jaar per ontheffing kosten. 

Burgemeester Marjan van Kampen gaf aan dat het niet de bedoeling was dat gehandicapten de dupe zouden worden van de overheveling. Niemand op het gemeentehuis had kennelijk gedacht aan mensen in een rolstoel die plotseling de portemonnee moesten trekken voor het betreden van de strandslag dat altijd gratis kon. Schagen verlangt wel een doktersverklaring: stel dat iemand voor zijn lol in de rolstoel zit.

 

Eugeen Hoekstra

 

 

 

 

Wil je niets missen uit Schagen en de regio?
Avatar foto
Je leest een bericht uit het rijke archief van Noordkop Centraal



Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):