Column: De gemeente moet nee kunnen zeggen

Zieke en oude mensen moeten niet meteen naar de gemeente hollen om hulp te vragen. Ze moeten vooral zichzelf zien te redden. Tijdens de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) op 29 november is een motie aangenomen met deze strekking. De gemeente moet nee kunnen zeggen. Dat moet in de wet worden opgenomen.

De gemeenten kunnen de verwachtingen niet waarmaken en geven de burgers de schuld: zij moeten flinker zijn. In 2015 heeft de rijksoverheid verschillende taken overgedragen aan de gemeente, onder aftrek van een flinke korting op de budgetten.

Terwijl ze konden weten dat dit zou uitdraaien op een fiasco, accepteerden ze toch die taken. Ze negeerden talloze waarschuwingen dat de transitie zou uitmonden in een financieel drama en veel leed zou gaan veroorzaken bij de burgers, die het hulpaanbod zien verschralen.

De gemeenten zeggen nu dat de wet moet worden aangepast aan het flinkheidmodel: de burgers moeten vooral zelf hun problemen oplossen met behulp van buren en vrienden. Deze zin moet in de wet worden verankerd, vindt de koepelorganisatie van de gemeenten, de VNG. Met die bepaling in de wet kunnen gemeenten makkelijker “nee” verkopen.

Zo zeggen ze het niet, ze kiezen voor managementtaal: gemeenten moeten meer sturingsmogelijkheden krijgen om bepaalde burgers buiten de Wmo te houden.

Bedoeld wordt hen de deur te wijzen met hun klachten en pijntjes. Zoek het vooral zelf uit. Alleen dàn kunnen de gemeenten binnen de beschikbare budgetten blijven. Ze klagen dat ze geen sturingsmogelijkheden hebben om burgers, die zelf hun ondersteuning kunnen regelen, af te wijzen.

Op het VNG-congres van 29 november werd met massale steun een motie aangenomen waarin de flinkheidfilosofie nieuw leven wordt ingeblazen. Via een wetswijziging moet dat mogelijk worden gemaakt. De VNG moet dit bij minister De Jonge (VWS) gaan regelen.

De realiteit van de malaise ligt bij de gemeenten zelf, die bij het aangaan van de nieuwe taken in 2015 veel meer geld hadden moeten eisen. Daarnaast is elke gemeente bezig geweest het wiel uit te vinden met een veelheid aan regels en administratie en hebben ze peperdure wijkteams in het leven geroepen die complexe zorgvragen naar zich toetrokken, waarvan ze geen flauw idee hadden.

Schagen telt vier teams, elk met 10 tot 12 consulenten, met specialismen in ondersteuning, jeugdzorg, schuldhulp, werk en bijstand. Dit jaar werd een huis-aan-huiskrant van de gemeente bezorgd, waarin enkele wijkteammedewerkers hun licht lieten schijnen op hun werk. Rita Verhagen, wijkteamconsulent, zegt dat ze enerzijds moet kijken naar de behoefte van de cliënt, anderzijds moet ze rekening houden met wat er mogelijk is binnen de wet.

Dat levert soms frustraties op, vertelt ze. ‘Tegen de tijd dat je als wijkteamconsulent weet hoe het moet, worden wetten en voorzieningen weer aangepast.’ De ergernis van haar is ook dat de cliënt soms bij drie organisaties moet aankloppen voor hulp. Ze hoopt dat dit in de toekomst gaat veranderen. 

Er wordt voortdurend naar elkaar gekeken. De zorginstellingen zeggen dat de gemeenten te weinig willen betalen voor goede zorg, de gemeenten, op hun beurt, wijzen via de VNG naar het Rijk, dat te weinig budget wil geven en het Rijk wijst naar de gemeenten dat ze er weinig van bakken. Er is geen touw aan vast te knopen. En aan wie wordt niets gevraagd? Noch aan u en noch aan mij. 

Eugeen Hoekstra

Wil je niets missen uit Schagen en de regio?

Publicatiedatum: 13 december 2019
Categorie: Archief Column
Aantal views: 12
Avatar foto
Je leest een bericht uit het rijke archief van Noordkop Centraal



Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):