Column: Dat doet mijn kind niet

Wanneer de ouders op 1 januari nog brak op bed liggen, boven de pot hangen of tegen heug en meug die laatste oliebol naar binnen prakken komen ze tevoorschijn; jongens en meisjes van een jaar of twaalf. Als naaktslakken na een regenbui kruipen ze de straat op. Waar op oudejaarsnacht papa het vuurwerk nog aanstak, hij had immers niet voor Jan Lul tweeduizend euro aan pijlen uitgegeven, hebben de kinderen op nieuwjaarsdag vrij spel.  De weg ligt bezaaid met vuurwerk. Papa was namelijk te dronken om het afval achter zijn reet op te ruimen. Bewapend met een gejatte aansteker struinen ze de straat af, op zoek naar vuurwerk dat nog niet is afgegaan. Levensgevaarlijk en natuurlijk superspannend, de (vooral) jochies weten zelf dondersgoed dat het eigenlijk niet mag.

Mijn kind doet dat niet.  Voorlopig niet, hij is dertien weken oud, maar ook als hij als tiener even geen ouder om zich heen heeft gaat hij zich voortreffelijk gedragen. Ik weet het zeker. Hij gaat niet stiekem drinken of met vuur lopen klooien. Mijn kind kent straks de gevaren, hij is namelijk bovengemiddeld slim,  misschien wel hoogbegaafd. Laatst brabbelde hij al een sonnet van Shakespeare. Mijn kind gaat niet in een bushokje zitten blowen, hij heeft het straks veel te druk met het bijhouden van onze financiële administratie. Of met het oplossen van het plasticprobleem in de oceaan. Of met zijn kwantumcomputer.

De scheten van mijn kind ruiken naar lavendel. Mijn kind strooit zout op de straat zodat oma kan oversteken. Ik sta dan met mijn kop verse koffie en met een brok in mijn keel in de deuropening te kijken. Wat kunnen wij goed opvoeden, denk ik dan. Wij wel. Daar kunnen jullie nog wat van leren, John en Rebecca van de overkant.       

Wil je niets missen uit Schagen en de regio?
Avatar foto
Je leest een bericht uit het rijke archief van Noordkop Centraal



Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):