Column: Brandweermannen zijn professionals
Branden blussen is een beroep waarvoor je moet studeren en oefenen. Het is niet in de eerste plaats een leuke vrijetijdsbesteding. Het is werk dat levens kan redden. Het blussen van een brand moet daarom ook vanaf het eerste ogenblik professioneel aangepakt worden en lijkt in de verste verte niet meer op de wijze waarop het vroeger was georganiseerd. Brandweermannen moeten dan ook volgens de EU betaald worden. Het zijn professionals die niet met een fooitje naar huis mogen worden gestuurd. Dat is nu helaas wel het geval met een groot deel van het brandweerkorps. Onze brandweermannen en -vrouwen moeten fatsoenlijk worden betaald, zegt Europa.
Al sinds de ontdekking van het vuur is het blussen van branden van levensbelang. We willen alleen vuur daar waar het hoort: in de kachel of in de barbecue. Soms loopt het uit de hand en dan zijn de mannen van de brandweer snel ter plaatse. Bijna alle brandweerkorpsen kampen anno 2019 helaas met een personeelstekort. Er zijn niet voldoende vrijwilligers.
Vanouds worden mensen die helpen met blussen niet betaald voor hun inspanningen. Het was in 1812 bijvoorbeeld verplicht om bij brand naar buiten te gaan en “brand” te schreeuwen. Bovendien moesten dan alle straatbewoners een emmer water buiten bij de deur zetten. Alle mannen van 18-60 jaar waren dienstplichtig voor de brandweer. In geval van brand werden zij bij toerbeurt opgeroepen en ontvingen geen vergoeding. Het was gewoon een burgerplicht.
In Anna Paulowna stelde de gemeenteraad in 1881 voor een ‘bezoldigde brandweer’ op te richten. De gemeente werd toen in 4 afdelingen verdeeld. De dienstplichtigen hoefden bij brand slechts op te komen in hun eigen afdeling: de buurt waarin zij woonden. De dienstplicht werd ernstig opgevat door de overheid. In februari 1873 veroordeelde de Schagense kantonrechter vijf mannen uit Anna Paulowna tot 2 gulden boete of 1 dag gevangenisstraf vanwege ongeoorloofde afwezigheid bij een brand.
Callantsoog was in de jaren twintig een kleine gemeenschap waar iedereen elkaar kende. De meeste mannen hadden hun (agrarische) werk dicht bij huis. Als er wat te blussen viel renden de mannen op hun klompen zo snel mogelijk met de brandspuit naar de plek des onheils. Er was nog sprake van ‘nabuurschap’. De samenleving is op dat punt echter grondig veranderd. Het is een samenleving geworden waarin ’time is money’ geldt.
Vrijwilliger zijn betekent dat je vrije tijd moet inleveren. Niemand levert graag vrije tijd in tenzij je je activiteit ziet als een hobby. Vrijwillige brandweermannen vinden het bijvoorbeeld leuk om in teamverband te oefenen en branden te blussen. Of samen gezellige uurtjes door te brengen. Daar hebben zij veel voor over. Bovendien vinden de meeste vrijwilligers hun werk nuttig. Zij willen iets betekenen voor de samenleving. Toch laat dat alles onverlet dat het een zeer grote investering is voor een (brandweer)vrijwilliger. De eisen die gesteld worden aan een brandweerman zijn bovendien erg hoog. Hij moet sterk en gezond zijn, tegen een stootje kunnen en snel ter plaatse kunnen zijn.Â
Bij de brandweer blijkt immateriële waardering, een schouderklopje of ‘een pluim’ niet voldoende om vrijwilligers te motiveren. Waardering zal bij die onmisbare dienstverlening ook tot uiting moeten komen in geld. De vergoedingen voor ‘gewone’ brandweervrijwilligers zijn helaas bijzonder laag. Er is tevens sprake van grote verschillen in die ‘materiële’ waardering. Iedere vrijwilliger krijgt een jaarlijkse vergoeding die varieert van minimaal €353 tot  maximaal €9002. De hoogste in rang krijgt dus op jaarbasis meer dan 25 keer zoveel uitbetaald als de man die daadwerkelijk het vuur blust. Tevens krijgt de commandant per gewerkt uur veel meer betaald dan de ‘gewone’ brandweerman (tabel vergoedingsbedragen vrijwillige brandweer per 1 januari 2018).Â
We willen daarmee voor een dubbeltje op de eerste rang zitten en dat is natuurlijk vreemd in een maatschappij waar geld een dominante rol speelt. Om het beroep van -vrijwillige- brandweerman wat aantrekkelijker te maken zou in ieder geval de vergoeding voor de ‘gewone’ brandbestrijder omhoog moeten en moet er ook eens goed naar de eisen gekeken worden. Branden blussen is namelijk niet in de eerste plaats een hobby maar een vak waarbij een normaal salaris hoort, zegt Europa. Ik sluit me daar bij aan…
Kees Zwaan
(Foto 1: Callantsoger mannen op het Dorpsplein bij een handbediende brandspuit . Vrijwilligers anno 1922 – Historische Vereniging Callantsoog)
(Foto 2: Anna Paulowna zoekt vrijwilligers – Kees Zwaan)
- Tip ons met foto's, filmpjes en verhalen via redactie@noordkopcentraal.nl
- Volg ons ook via Facebook, Threads, Instagram of TikTok. Word abonnee van ons Youtube-kanaal
- Volg het laatste nieuws altijd via noordkopcentraal.nl
- Luister via FM of online naar onze radiozender
- Kijk via Ziggo, KPN of online naar ons TV kanaal