Column: Industriële veehouderij zoönotische tijdbom?
Vorig jaar is door de overheid een studie uitgebracht over zoönosen: ‘Zoönosen in het vizier’. In dat rapport wordt uitgegaan van een integrale, ‘one health’ benadering, waarbij alle relevante factoren bij het ontstaan van zoönosen in kaart zijn gebracht. Een belangrijk advies ter preventie van zoönosen is de aantallen dieren in industriële veehouderijen flink te verminderen. Want, zo stelt het rapport: ‘Nederland is een potentiële hotspot voor zoönotische uitbraken’.Â
Zoönosen zijn ziektes die dieren kunnen overdragen op de mens. Paarden, koeien, varkens, schapen, konijnen en geiten kunnen je besmetten. Maar ook vleermuizen, slangen, ratten en vogels kunnen bacteriën en virussen overdragen waarvan de mens ziek kan worden. Het is daarom zaak voorzichtig met dieren om te gaan. Maar de vraag is of we dat ook doen.
Het Covid-19 virus is zo’n zoönose. Een zoönose die het openbare leven wereldwijd negatief beïnvloedt. We kunnen vaak niet meer naar ons werk. We kunnen vaak niet meer naar school. We kunnen vaak niet meer op vakantie als we dat willen.
Het Covid-19 virus is zo’n zoönose. Een zoönose die het openbare leven wereldwijd negatief beïnvloedt. We kunnen vaak niet meer naar ons werk. We kunnen vaak niet meer naar school. We kunnen vaak niet meer op vakantie als we dat willen.
Als een olievlek verspreidt de ziekte zich over de wereld. Velen zijn er al aan overleden en velen zullen nog volgen. Bovendien ontstaan er steeds nieuwe varianten. Nu is het het Omikron virus dat de gezondheid van de wereldbevolking bedreigt. Toch zijn het voornamelijk mensen die al een zwakke gezondheid hebben die overlijden. ‘Onderliggend lijden’ wordt het door de overheid genoemd. Sterke, gezonde mensen winnen het meestal van het virus. ‘Survival of the fittest’ noemde de negentiende eeuwse wetenschapper Darwin dat effect.
Toch kun je je door vaccinatie beschermen tegen het virus. Veel mensen hebben inmiddels drie vaccinaties gekregen. Als je dan besmet wordt heeft je lichaam voldoende weerstandsvermogen om het virus er onder te krijgen.
Veel diersoorten kunnen een zoönose bij de mens overbrengen. Nertsen zijn berucht wegens het overbrengen van Covid. Teken kunnen je een hersenvliesontsteking bezorgen. Vogelgriep kan ook overgaan op de mens. Ratten werden in het verleden gevreesd wegens het overbrengen van het Pestvirus. In de MIddeleeuwen vond de halve Europese bevolking daardoor de dood. Vaccinatie bestond toen nog niet. Dieren die ziektes overbrengen op mensen bestaan al zolang de mens zich met dieren bemoeit. En dat bemoeien met dieren, met name de manier waarop we van ze gebruik maken, heeft soms nare consequenties.
Zo ontstond er na de Tweede Wereldoorlog een trend om zoveel mogelijk dieren op een zo klein mogelijke oppervlakte te houden om de ‘opbrengsten’ te maximaliseren. Met alle kwalijke gevolgen van dien. Koeien, varkens en kippen staan vaak met een groot aantal tegelijk in een stal.
Een melkveebedrijf met een paar honderd koeien geldt in Nederland al als mega-groot. Maar er bestaat ook een melkveebedrijf met 105.000 rasechte Fries-Hollandse runderen in de onvruchtbare woestijn van Saoedi-Arabië op een plek waar van nature nauwelijks iets groeit. Naast het bedrijf liggen grote arealen alfalfa en maïs, waarvan de oogst het hele jaar door plaatsvindt en als veevoeder wordt gebruikt. Er wordt 11.000 ton kunstmest per jaar op het akkerland gebracht. Je kunt het een gemengd bedrijf noemen. Zelf zegt het bedrijf, dat meerdere van zulke ‘stallen’ in de woestijn heeft gerealiseerd, duurzaamheid na te streven. Ook hier kunnen ziektes gemakkelijk worden overgedragen op mensen.
De Engelse schrijfster Ruth Harrison zegt over deze intensieve veehouderij: ‘Op het industriële landbouwbedrijf draait alles louter om winst; dieren worden enkel en alleen beoordeeld naar hun vermogen voer om te zetten in vlees of andere verkoopbare producten’.
De kans op een besmetting met een zoönose was in de tijd van ‘Toen was geluk nog heel gewoon’ nog klein. Het aantal dieren was op veel boerenbedrijfjes was nog niet zo groot. Maar er vond een snelle ontwikkeling van schaalvergroting en intensivering plaats. Veel boeren kozen ervoor om zich te specialiseren in één bepaalde veesoort en vergrootten tegelijkertijd hun veestapel. Het aantal koeien, varkens of kippen per bedrijf groeide enorm. Door de grote bezetting per oppervlakte staan de dieren tegenwoordig erg dicht bij elkaar en komen vaak niet eens buiten. Om ziekten die daar normaliter mee gepaard gaan te onderdrukken krijgen zij preventief antibiotica toegediend. Wetenschappers spreken in dit verband over de ’tikkende tijdbom’ van de industriële veehouderij. De vraag is niet of er nieuwe ziektes door dieren op de mens worden overgebracht, maar wanneer. Intensieve veehouderij is niet alleen slecht voor het milieu maar ook ongezond voor mens en dier.
Meer dan tien jaar geleden vond een grote epidemie van Q-koorts plaats. Een zoönose. De besmetting had zich verbreid vanaf geitenhouderijen in Noord-Brabant en Gelderland. In een groot deel van Nederland bleken veel mensen die ziekte te hebben opgelopen. Zo’n 4000 ziektegevallen werden officieel geregistreerd en in 2016 meldde de Stichting Q-support 74 doden. Officieuze cijfers vallen veel hoger uit en reppen over 100.000 besmette mensen en ongeveer 100 aan Q-koorts gerelateerde sterfgevallen. Het bleek dat de overheid de belangen van de boeren liet prevaleren boven die van de volksgezondheid.
Terwijl de Verenigde Staten toeristen waarschuwden een groot gebied van Noord-Brabant en Gelderland te mijden wegens de Q-koorts bleef de Nederlandse overheid stil in ‘het belang’ van de geitenboeren. Via de geitenmest kon de bacterie lange tijd ongestoord een groot gebied besmetten. Met verschrikkelijke gevolgen die nog steeds bij tal van slachtoffers iedere dag voelbaar zijn. De Q-koorts is inmiddels een halt toegeroepen maar andere ziekten liggen op de loer.
Hopelijk neemt de Nederlandse overheid tijdens de heersende Corona-crisis wél de juiste beslissingen en laat de volksgezondheid prevaleren boven economische belangen. Geen gemakkelijke taak voor de man die de knopen moet doorhakken: Mark Rutte. Maar ook niet voor de minister die gaat over landbouw die alles zal moeten doen om de aantallen dieren in industriële veehouderijen drastisch omlaag te krijgen…
Kees Zwaan
Wil je niets missen uit Schagen en de regio?
- Tip ons met foto's, filmpjes en verhalen via redactie@noordkopcentraal.nl
- Volg ons ook via Facebook, Threads, Instagram of TikTok. Word abonnee van ons Youtube-kanaal
- Volg het laatste nieuws altijd via noordkopcentraal.nl
- Luister via FM of online naar onze radiozender
- Kijk via Ziggo, KPN of online naar ons TV kanaal
Ellenlange uiteenzetting over de invloed van vele miljoenen dieren in NL. Maar het is weer wegkijken van de mensen overbevolking problematiek. In de herhaling:
In 1950 10 miljoen inwoners, nu tegen de 18 miljoen, op naar 20 miljoen en dan 25 miljoen ? En verder ? Nu al op veel gebieden grote problemen . . Niet in de laatste plaats verspreiding van het covid virus. Instroom 70 a 100.000 mensen per jaar kan echt niet meer.