Column: Sportcampus…

Het gebrek aan vaste activiteiten, door het coronavirus veroorzaakt, zorgde er voor dat ik de afgelopen tijd onbekommerd door kon mijmeren over de ideeën die de oppositiepartijen in de Schager gemeenteraad hebben geopperd om veel sportcomplexen samen te brengen op een nieuwe ‘sportcampus’ in Muggenburg-Zuid; het gebied ten zuiden van de Breisloot.

Heerlijk, zulke ‘out of the box’- ideeën van Merieke Bredewold en anderen. En ook goed dat onze wethouder van financiën hier serieus naar wil kijken!
Ik zie het al voor me: een enorme oppervlakte aan sportvelden voor voetbal, hockey, softball of honkbal, tennis, rugby, jeu-de-boules en noem ze allemaal maar op, maar ook de drie Schager sporthallen in één prachtige overdekte Arena samengebracht en niet te vergeten een overdekt én openluchtzwembad. Het Skagaveture-kartcentrum had er natuurlijk ook mooi bij gekund, evenals de diverse fitness-zaken, maar á lá; die zitten al waar ze zitten.
Het geheel omzoomd door een olympische atletiekbaan en trimparcoursen met bewegingstoestellen.
Elke vereniging natuurlijk in principe wél zijn eigen of gedeelde kleedkamers en douches, maar een goed geoutilleerde professionele horecavoorziening, waar alle sporters gebruik van kunnen maken en die elke dag open kan zijn, waardoor een goede omzet tegen redelijke prijzen gewaarborgd lijkt. 
Een nieuwe vestiging van de internationale sportwinkelketen ‘Decathlon’ zou het park kunnen completeren. Maar natuurlijk is er ook ruimte voor andere doelgroepgerichte detailhandel.
In mijn bespiegelingen zie ik aan de zuidelijke kant van de campus ook nog een compacte en niet al te grote stadscamping, waarvan de bezoekers ook gebruik moeten kunnen maken van de voorzieningen aldaar.
Qua infrastructuur moeten er natuurlijk ook investeringen gedaan worden, zoals een of méér doorbraken, met name voor fietsers en voetgangers, over de Breisloot en ook een route voor auto’s.
De Zuiderweg moet ter hoogte van de Julianalaan een fietstunnel krijgen, zodat ook de jongere sporters veilig met hun fiets deze west-oost-verbinding kunnen oversteken.
Het zal best wat kosten, maar er staan in potentie ook veel inkomsten tegenover.  Dat wordt een kwestie van rekenen, dus.
Zo kunnen de vrijkomende gronden in Groeneweg en Hoep-Noord verkocht worden aan projectontwikkelaars om de broodnodige sociale woningbouw te realiseren en sluit de plek van de Spartahal prachtig aan bij de plannen die er al zijn voor het Oudshoorn-terrein.  
Gunstige plekken voor ‘inbreiding’ van Schagen om dusdoende tot een compacte stad te komen, wat ook weer zijn voordelen heeft.
Er is nog meer werk aan de winkel. Aan de haven staan nogal wat panden leeg. De gemeente zou zich moeten beijveren om daar gronden te verwerven en vervolgens te verkopen ten behoeve van luxe woningbouw met zicht op de haven. De camperplaatsen verhuizen naar de stadscamping in Muggenburg; nieuwe bedrijven kunnen zich vestigen op Lagedijk-Noord.  
Rondom ‘De Wiel’ komen, door de verhuizing van het zwembad naar de sportcampus , fraai gelegen dure kavels vrij voor vrijstaande woningen. Een soort ‘goudkust’, waar de B&B-molen van Klaas de Leeuw ook eindelijk een plaats zal hebben.
Ook deze vrijkomende gronden kunnen flink wat geld opleveren, om de Sportcampus te kunnen realiseren. 
In ons land zijn niet enkel in de grote steden, maar ook in tal van kleinere gemeenten nieuwbouwprojecten van dit soort schaalgrootte gerealiseerd, maar het vereist natuurlijk wel een creatieve geest en een, zoals eerder gezegd “out of the box”-denken.
Niet meteen NEE, roepen, maar een en ander ruimdenkend toetsen aan wat “wel” kan: alleen dan kunnen er prachtige projecten ontstaan die haalbaar zijn. Wie niet waagt, die niet wint, luidt immers een oud gezegde. En als het allemaal een beetje wil lukken; een standbeeld voor Merieke en Joke…
Nou ja: genoeg gemijmerd voor deze keer…

Tot volgende maand.

Rob Hogenes