Gaat het CDA voor een afspiegelingscollege?

Dichtgetimmerde coalitieakkoorden betekent de dood in de pot. De oppositie wordt monddood gemaakt. Voor hen zijn er zelfs geen kruimels om hun eer hoog te houden. Vier jaar afzien is het als je moet optornen tegen de machtsmonopolie aan de overkant van de vergadertafel. Natuurlijk is dit funest voor het vertrouwen van de burgers in het politieke stelsel. Er moet ook naar de minderheid worden geluisterd. Dit kan door af te stappen van het machtsdenken: wij tegen zij.

Wat is er mis met een afspiegelingscollege? Niets natuurlijk. Zeker niet in een raad waar de persoonlijke verhoudingen  niet verstoord zijn en dat er een spirit aanwezig is van samenwerken. De raad telt straks vijf eenpitters, eenmansfracties, die elk afzonderlijk weinig in de melk te brokkelen hebben maar een vuist kunnen maken als ze willen  samenwerken. Zij zouden samen ook een wethouder kunnen leveren voor het afspiegelingscollege. Zo wezensvreemd is dit voorstel toch niet ? Samen waar het kan, apart als het moet.

Ik heb gelezen dat het CDA in de persoon van Jelle Beemsterboer alle partijen wil betrekken bij de onderhandelingen. Dit is goed nieuws. Open collegevormingsonderhandelingen en een programma waarover ook de oppositie meepraat, is een goed begin. De tijd van regenten en achterkamerpolitiek is allang voorbij en burgers vinden politieke spelletjes maar niks. Het gaat om hun wijk, hun buurt en hun straat. En nog wat? Hoe gek is het niet om burgers direct te betrekken bij het thema duurzaamheid? Wat er staat te gebeuren is enorm. Hiervoor is draagvlak absoluut noodzakelijk.

Politiek begint bij de inwoners hoewel ze het zelf niet zullen toegeven. In de eerste plaats omdat ze naar de stembus zijn gegaan en hebben gestemd. Dat is een politieke daad. Met hun stem hebben ze niet gezegd dat ze het met alle plannen van de partij van hun keuze eens zijn. Het mandaat dat ze met hun stem hebben gegeven mag niet worden gezien als een carte blanche. Daarom is het belangrijk dat burgers moeten kunnen meebepalen wat er verandert. Voor grote projecten wil het CDA dat er gewerkt wordt met projectgroepen of klankbordgroepen die bestaan uit inwoners uit het dorp of de wijk. Het CDA is ook voorstander van brainstormsessies over gemeentelijk beleid en dat inwoners taken van de gemeente (bijvoorbeeld het uitbaten van een gemeentepand voor een bepaald doeleind) kunnen overnemen als dit goedkoper is. Het staat allemaal in haar verkiezingsprogramma. 

Wat er ook moet veranderen is de gemeentelijke organisaties die nog steeds naar binnen is gekeerd. Het idee dat ambtenaren het gemeentehuis uitstappen om burgers terzijde te staan in het oplossen van problemen of het vervullen van wensen merk ik nog weinig van. Schagen mikt vooral op het aan huis bezorgen van rijbewijzen en paspoorten. Maar dat is niet de kwestie. Overheidsparticipatie krijgt gestalte door het aanstellen van netwerk-ambtenaren, duurzaamheidsassistenten en procesbegeleiders. Hun werkterrein is waar de burgers wonen en ondernemers hun bedrijf uitbaten.

Maar dat is niet voldoende. Iemand zei: “ Die ambtenaren gaan naar buiten en treden buiten de gebaande paden en dat moet ook, maar als hij terugkomt in de gemeentelijke organisatie loopt hij tegen grenzen aan”. Er zal in de organisatie veel moeten veranderen als we ambtenaren de ruimte en back-up willen geven die ze nodig hebben om invulling te geven aan een veranderende overheid. Schagen loopt nog mijlen achter op dit gebied.

Eugeen Hoekstra

 

 

 

Wil je niets missen uit Schagen en de regio?
Avatar foto
Je leest een bericht uit het rijke archief van Noordkop Centraal



Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):