Wethouder Beemsterboer worstelt met arbeidsmigranten

Eerst hoefde het niet van wethouder Jelle Beemsterboer . Als er een vraag komt naar accommodatie voor arbeidsmigranten dan spelen wij daarop in, daar hoeven we geen beleid voor te maken. Ontslakken heet dit tegenwoordig, luidde zijn verhaal. En plotseling ligt er nu een heel beleidskader op mijn mat. Dat beleid moet er toch maar komen. Mijn opmerkingen dat huisvesting bij de agrariër een veel beter idee is dan het stichten van een polenhotel in een woonwijk lachte hij weg.

Wat is er veranderd? In de Noordkop werken al naar schatting 8.000 arbeidsmigranten, van wie 2.500 in Schagen en volgens hem komen er nog heel veel bij. Het verhaal is nog steeds dat deze lui uit Polen of de Balkan belangrijk zijn voor de lokale economie. Intussen zitten met name laagopgeleide mensen werkloos op de bank hier maar vooral ook in Oost-Groningen, Friesland, Overijssel en de Achterhoek.

Beemsterboer wil opeens graag maar wordt gedwarsboomd door de provincie die tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten in het buitengebied niet toestaat. Dus gooit hij het over een andere boeg: de ruimte voor ruimte regeling. Hoe werkt dit? We slopen verpauperde  loodsen, schuren en ander verwaarloosd spul en op de vrijgekomen ruimten zetten we woonunits neer.

Maar de echte vraag blijft hij ontlopen. Past het wel arbeidsmigranten hier heen halen terwijl er nog zoveel werklozen op de bank thuis zitten? Nee, dat klopt niet. In onze regio  zijn nog veel laag opgeleide mensen zonder werk. Zijn er cijfers? In onze arbeidsmarktregio zitten een kleine 61.000 mensen in de WW. Hiervan 13.400 in Noord-Holland Noord. Verder ontvangen 8.400 mensen een bijstandsuitkering in dit gebied. Hoewel een deel van hen niet in staat is te werken – bijvoorbeeld doordat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn –, gaat het toch zeker om ettelijke duizenden die in beginsel in het arbeidsproces kunnen worden ingeschakeld.

Op reisafstand zitten duizenden mensen werkloos thuis in Oost-Groningen, Drenthe, Twente en de Achterhoek. Het kan toch niet zo zijn dat we de arbeidsmigranten aan het werk helpen omdat ze goedkoop zijn en onze werklozen mooi laten stikken. Het CDA van Beemsterboer zegt in zijn verkiezingsprogramma dat op de arbeidsmarkt sprake is van oneerlijke concurrentie door goedkopere  arbeidskrachten uit andere lidstaten en wil een strengere aanpak. Dit moet hem toch aan denken zetten.

Het ergerlijke is dat de meeste werkgevers zeggen dat ze geen Nederlanders kunnen vinden die in de kassen willen werken. In Westland is dit geprobeerd. Iedereen die in de kaartenbak zat van de gemeente Rotterdam werd aan het werk gezet in de kassen. Zou een succes worden werd gezegd, maar dat werd het niet. De tuinbouwers gaven de voorkeur aan goedkopere scholieren, studenten, maar vooral immigranten uit Midden- en Oost-Europa. Het kan anders. Kwekerij Mikhira in Bergschenhoek teelt pepers en minikomkommers zonder arbeidsmigranten, maar met ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’. Ik bedoel maar: waar een wil is een weg.

Er is nog een grote groep mensen die aan slag wil. Vluchtelingen die dagen achtereen zich zitten te vervelen. Ze willen graag aan het werk. Waarom worden zij niet ingezet? Beemsterboer moet niet willen dat er mensen uit het buitenland worden gehaald terwijl Nederland nog een half miljoen werklozen telt en heel veel vluchtelingen die op de eerste beste dag dat zij  ons land aankomen, meteen aan de slag willen.

Het kan toch niet zo zijn dat we duizenden arbeidsmigranten hierheen halen terwijl we een arsenaal aan werklozen en asielzoekers en statushouders hebben die aan de slag kunnen.

Eugeen Hoekstra