Column: Wie herkent zich in deze situatie?
Hij is een gewone 16-jarige puber. Hij gooit zijn sportsokken meestal náást in plaats van ín de wasmand en is altijd wel iets kwijt. Op school doet hij het prima. Sporten is zijn passie. Vele dagen per week traint hij en geeft hij training. Zijn engelengeduld en aanstekelijke enthousiasme kenmerken hem en hij droomt ervan een opleiding in de sport te gaan volgen. Tot de eerste lockdown alles verandert.
De puber krijgt online lessen en moet vanaf 11 uur zelf aan de slag. Dat lukt hem de eerste weken nog, maar daarna wordt het moeilijker. Vooral het gemis van de sport is groot. Hij verveelt zich en gaat de straat op. Daar komt hij in contact met foute types. Ze bieden hem spannende dingen aan zoals jointjes en lachgas. Gratis. Na verloop van tijd is het niet meer gratis, maar geld heeft de puber niet. Hij mag in ruil voor drugs klusjes voor ze doen.
Thuis merken zijn ouders dat hun zoon verandert. Hij is op zijn hoede en snel geïrriteerd. Hij liegt over waar en met wie hij is geweest. Hij wordt gepakt door de politie als hij geld probeert te stelen. Zijn moeder, zelf huisarts, schakelt hulp in. Ze denkt te weten welke wegen te bewandelen, maar ook zij verdwaalt in het doolhof van instanties en wachtlijsten. De ouders voelen hoe hun zoon tussen hun vingers wegglijdt. Ze zien de wanhoop in zijn ogen. Het is chaos in zijn koppie. Hun kind is klem komen te zitten in een wereld waarin hij nooit verzeild had moeten raken.
De situatie thuis escaleert. Hij wordt tijdelijk uit huis geplaatst. Hij komt terecht in een opvangcentrum. Een behandeling krijgt hij nog steeds niet, wel tips en tricks van doorgewinterde straatjongens. Als in september de scholen weer opengaan wordt hij gesnapt met een rugzak vol drugs. Hij wordt geschorst.
Inmiddels zijn er 18 verschillende hulpverleners betrokken bij een jongen die voor maart 2020 nog nooit met jeugdzorg of politie in aanraking is geweest. De communicatie en samenwerking tussen de instanties verloopt moeizaam. Onduidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. De moeder vindt zelf een behandeling in het zuiden van het land speciaal voor tieners met verslavings- en gedragsproblemen. Omdat de gemeente daar geen zorg heeft ingekocht kan het niet.
De puber krijgt sederende medicatie en komt uiteindelijk weer thuis wonen. Hij gaat de straat niet meer op en zit hele dagen binnen. Zijn interesse in de sport is hij kwijt. Hij mag naar een nieuwe school en proberen eindexamen te doen. Wat hij daarna wil doen, weet hij niet. Zijn moeder: ‘In zijn hoofd zit nog zoveel onrust en onverwerkt leed. Hij heeft nog geen ruimte om na te denken over de toekomst en zijn plek erin.’
Het verhaal van deze 16-jarige jongen is een nachtmerrie voor elke ouder. Het toont hoe makkelijk het mis kan gaan in deze leeftijdsfase. Vooral als structuur, sport en sociale contacten wegvallen. Maar naast de kwetsbaarheid van pubers illustreert dit verhaal de kwetsbaarheid van de jeugdzorg in Nederland. Met name kinderen met meerdere problemen (bijvoorbeeld verslavings- én gedragsproblemen) vallen vaak tussen wal en schip.
Sinds de verschuiving van het Rijk naar de gemeenten in 2015 bestaan er in de jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugd-GGZ grote problemen. Verhalen van overbelast personeel, bezuinigingen, bureaucratie, wachtlijsten en wantoestanden zijn alom bekend. Ook een huisarts raakt compleet de weg kwijt in de wirwar van wachtlijsten, instanties en financiële onmogelijkheden waarin het kwetsbare kind niet meer centraal staat.
Door de lange wachtlijsten ontstaat vaak een crisissituatie. Bijvoorbeeld een situatie waarin een kind zichzelf beschadigt, stopt met eten of ernstig depressief uit een dakraam gaat hangen. Hoor mij, zie mij, help mij! Deze schrijnende situaties bestonden al voordat de pandemie toesloeg, maar zullen de aankomende tijd alleen maar vaker voorkomen.
Hoewel Nederlandse gemeentes in 2022 330 miljoen euro extra gaan krijgen, zullen er vooraf veranderingen moeten plaatsvinden in de zorg voor de jeugd. Duurzame en innovatieve oplossingen waarbij de belangen van de kinderen boven de belangen van het systeem worden gesteld. Waarbij voorbij gemeentegrenzen en óver instantiemuurtjes wordt gekeken en bovenal wordt samengewerkt.
Gebeurt dat niet, dan verdwijnt het geld in de talloze bestaande financiële gaten die de jeugdzorg rijk is. En daar is geen kind mee geholpen.
Danka Stuijver, schrijver van deze column, is huisarts
- Tip ons met foto's, filmpjes en verhalen via redactie@noordkopcentraal.nl
- Volg ons ook via Facebook, Threads, Instagram of TikTok. Word abonnee van ons Youtube-kanaal
- Volg het laatste nieuws altijd via noordkopcentraal.nl
- Luister via FM of online naar onze radiozender
- Kijk via Ziggo, KPN of online naar ons TV kanaal