Column: Wethouder verrast horeca

De horeca is het troetelkind van wethouder Beemsterboer, maar dat troetelkind is ziek en meer dood dan levend. De financiële hulp van de overheid helpt, maar is te weinig en de lockdown duurt te lang. Het is dan goed dat de wethouder zich van zijn goede kant laat zien. In december stuurde hij een vette rekening naar de horecaondernemers zijnde de precariobelasting over de maanden dat de terrassen afgelopen zomer open mochten.

Moet een grap zijn geweest van onze meelevende wethouder. Hij weet ook wel dat die paar maanden gemankeerd waren door de anderhalvemetermaatregel en dat het dus behelpen was en de inkomsten de slechte financiële positie van de horeca niet wezenlijk hebben veranderd omdat de rest van het jaar de horeca op slot zat.

De grap zat echter in de mededeling bij de aanslag dat de ondernemer om een betalingsregeling kan vragen. Hoezo, een betalingsregeling als zelfs betalen niet mogelijk is. Met het vooruitschuiven van schulden help je niemand mee in deze tijd. De horecaondernemers niet in bijzonder.  

De wethouder beweert dat de belastingverordening kwijtschelding niet toelaat. Nou, dan wijzig je die verordening toch even. Intussen lees ik berichten in verschillende regionale kranten in Nederland dat steeds meer gemeentes besluiten horecaondernemers tegemoet te komen door geen precariobelasting te heffen.

Wilt u voorbeelden?

-In Gorinchem hoeven horecaondernemers in 2021 geen precariorechten te betalen voor de vierkante meters terras.

-Ook Delft gaat over tot deze maatregel.

-De gemeente Gouda gaat een stapje verder en schrapt voor zowel 2020 als 2021 de toeristenbelasting én de precarioheffing.

-Wijk bij Duurstede: gemeente besloot op 30 september om voor heel 2020 geen precario te heffen over de (uitgebreide) terrassen.

-College van de gemeente Stichtse Vecht vraagt gemeenteraad akkoord te gaan geen precariobelasting te heffen aan de horeca over 2020.

En zo zijn er nog meer gemeenten die dit doen. Zijn deze gemeenten zo slim of is Schagen zo dom (lees: kruideniersachtig)? Schagen zegt wel bereid te zijn om een betalingsregeling te treffen, maar is dit geen gotspe in een tijd dat de horeca op omvallen staat? Elke cent schuld is een cent teveel.

Het college zegt dat het geen onderscheid kan maken tussen een kledingrek van een winkel dat buiten op gemeentegrond staat en een terras: het bekende gelijkheidsbeginsel. Maar dit onderscheid kan wel worden gemaakt: terrassen zijn een onlosmakelijk en essentieel onderdeel van het verdienmodel van cafés. Gasten zitten aan om te kunnen consumeren. Anders lukt het niet. Dat is anders dan een reclamebord of een container die op straat staat. Bovengenoemde gemeenten kunnen dit ook: een raadsbesluit en de zaak is beklonken. Waarom doet Schagen dit niet?

De gemeente heeft vorig jaar zomer de horecaondernemers een dienst bewezen door meer publieke ruimte beschikbaar te stellen voor terrassen. Dit wordt zeer gewaardeerd, maar de precarioheffing is dan toch weer een smet op het blazoen van de gemeente. Schagen zegt dat de verordening kwijtschelding niet toelaat, maar wel de heffing kan stoppen. Zet hem op nul euro. Zo moeilijk is dit toch niet.

Vorige week kwam wethouder Beemsterboer met goed nieuws: wanneer de horeca open mag mogen de ondernemers hun terrassen opnieuw uitbreiden. Ze ontvangen dan een vergunning van de gemeente waarvoor ze geen leges hoeven te betalen en over de extra gemeentegrond wordt geen precariobelasting geheven. Het kan dus wel. Maar het blijft behelpen met de wethouder. Zadel de horeca niet op met nieuwe schulden: zet de precariobelasting op nul. Het kan: veel gemeenten doen het al.

Het maakt natuurlijk uit of de gemeente slecht bij kas is of niet. Schagen heeft de begroting 2021 met een klinkende saldo kunnen afsluiten. Dit is het probleem dus niet. 

Eugeen Hoekstra