Column: Martelgang in Schagen

De Schager Courant ging met rolstoelers mee om te ontdekken wat zij aan obstakels tegenkomen onderweg. Een martelgang noemt Richard Zut zijn bevindingen: van half over de stoep hangende heggen tot pontificaal geparkeerde scooters en auto’s.

Maar ook met lantaarnpalen op trottoirs die de doorgang ernstig bemoeilijken, of scheefliggende stoeptegels waarop scootmobielers en rolstoelers zich maar al te vaak moeten stukbijten, schreef hij. Hij had dit artikel ook kunnen schrijven tien jaar geleden en dan had hij waarschijnlijk dezelfde terminologie gebruikt.

De week van de toegankelijkheid is al weer voorbij en kunnen we gelukkig weer doorgaan met ons leven en doen we net alsof de kloof tussen valide en invalide mensen niet bestaat. Natuurlijk weten we van mensen die een beperking hebben, we zien ze in onze omgeving en leven met hen mee, maar hoe denken we over hen: mensen met een probleem die we moeten helpen of zijn het mensen die een probleem zijn voor de samenleving.  Kostenposten zijn het  voor de samenleving. Is dit de echte reden dat het VN-verdrag voor mensen met een beperking, dat Nederland heeft getekend, door de gemeenten zo mager wordt uitgevoerd.

Uit een onderzoek in opdracht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) blijkt dat gemeenten bij de uitvoering van de Lokale Inclusie Agenda niet verder komen dan het inzetten op bewustwording zowel binnen de eigen ambtelijke organisatie maar ook breder onder de bevolking.

De Inclusie Agenda is bedoeld om bij het maken van beleid rekening te houden met de positie van mensen met een beperking onder het mom van “Niets over ons, zonder ons.” Met name op de domeinen inclusief onderwijs, inclusief bouwen/wonen en toegang tot arbeid melden gemeenten nauwelijks resultaten. Schagen luistert naar de adviezen van het Gehandicapten Platform en de Fietsersbond. Maar er moet meer gebeuren.

Deze week werd er in de Tweede Kamer gediscussieerd over het nieuwe Bestuursakkoord Toegankelijkheid Openbaar Vervoer. In het akkoord staat dat in 2040 het openbaar vervoer helemaal toegankelijk is. Staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) kreeg de hele Kamer over haar heen omdat niemand snapt waarom pas in 2040 het doel bereikt zal zijn. Dit akkoord is niet het eerste maar het zoveelste waarin van alles werd beloofd en nagenoeg niets is waar gemaakt.

Er is altijd wel een reden voor het OV om te zeggen dat het weer niet is gelukt. Nu is het personeelstekort weer het probleem waardoor het niet lukt om het OV toegankelijk te maken. Voor heel veel mensen met een beperking is het niet meer te doen om met de trein te reizen. Gelukkig doet vervoerder Connexxion zijn best om bussen toegankelijk te maken voor iedereen. Dus ook voor die mevrouw of meneer met een kinderwagen. Maar je komt niet verder met je rolstoel als de trein overvol is en je niet meekan.

Sinds de gemeente het doelgroepenbeleid over boord heeft gegooid, komt er weinig terecht van ‘de verheffing van groepen mensen die zich in een ongelijke positie bevinden ten opzichte van de rest van de bevolking.’ Het VN-verdrag dat opkomt voor mensenrechten brengt hierin nauwelijks verandering. De kloof tussen mensen met en mensen zonder beperking is nog levensgroot.

Maar ook nu lijkt het er weer op dat de gemeente het zoekt in het bewust maken van de bevolking met een folder als ‘deurhanger’ die  je kan achterlaten bij bijvoorbeeld een auto die stilstaat en de weg verspert. Dan is het wel van belang dat de gemeente het goede voorbeeld geeft.

Bravo voor het maken van de ‘deurhanger’, maar de focus moet liggen op de gemeente zelf want daar moet het vandaan komen: het instellen van de inclusie-toets en deze vastleggen in een verordening. Het wordt de toets waaraan besluiten van de gemeente worden onderworpen als het gaat om toegankelijkheid en bruikbaarheid van straten, wegen en openbare ruimten. De toets waarmee ook gekeken moet worden naar het verleden: wat moet worden aangepast en verbeterd.  Het mag toch niet zo zijn dat we in 2030 moeten concluderen dat we nauwelijks zijn opgeschoten.

Er is nauwelijks woningaanbod voor jongeren met een beperking of voor gezinnen, waarvan een kind of één van de ouders een beperking heeft.

Voorbeelden:

‘Ik ben jong met een beperking en woon noodgedwongen nog bij mijn ouders, omdat hier geen aanbod is voor jongeren met een beperking/zorgvraag. Alleen voor senioren is dit beschikbaar.’ 

‘Ik ben moeder van 2 kinderen en heb een dwarslaesie. Het is niet te doen om een geschikte woning te vinden die ruim genoeg is voor mij en de kinderen.’ 

Er moeten zo snel mogelijk meer toegankelijke woningen en woonvormen worden gebouwd met zorg voor álle leeftijdsgroepen.  

Hoe vaak wordt niet gezegd. Wanneer gebeurt dit eindelijk?

Eugeen Hoekstra

 

 

Wil je niets missen uit Schagen en de regio?

Publicatiedatum: 12 november 2022
Categorie: Column
Aantal views: 290
Avatar foto
Eugeen Hoekstra is vrijwilliger op de redactie van Noordkop Centraal, met de specialisaties politiek en zorg. Eugeen schrijft ook geregeld columns en ondervraagt politici in het TV programma De Bank.



Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):