Column: geen hotel, we hebben woningen nodig!

De handelswijze van wethouder Beemsterboer is niet meer te volgen. Hij wil per se dat aan de Helmweg in Groote Keeten een hotel komt met 60 kamers, terwijl het hele dorp snakt naar huizen voor hun woningzoekende jongeren en ouderen. Een hotel brengt weliswaar meer reuring in het dorp en ook werkgelegenheid, maar beiden staan niet in verhouding tot de ernst van de woningnood in het dorp.

Beemsterboer zegt dat die woningen er wel komen, maar dat is de vraag. De bouwplannen zijn tot op heden niet ingediend. Wel hebben de ambtenaren met hun collega’s gesproken van de provincie over hoe zij aankijken tegen woningbouw in Groote Keeten, maar ja, ziek en zeer bij de provincie heeft de boel vertraagd. Onlangs heeft de provincie samen met de gemeente dan toch de betreffende locaties bezocht. De provincie heeft toegezegd spoedig met een reactie te zullen komen.

De woningen zouden als smeermiddel kunnen werken richting de bevolking van Groote Keeten. De bezwaren tegen het hotel zouden zo minder heftig zijn. De komst van het hotel zou de wethouder minder zwaar worden aangerekend.

Maar het is de vraag of dit dan ook zo zal gaan.  Ongeacht de woningen zijn veel bewoners (niet allen) tegen het hotel. Reden is de vrees dat Groote Keeten wordt overlopen door toeristen waardoor de identiteit van het dorp onder druk komt te staan. Een steekhoudend argument, meen ik.  

Woningen zijn welkom omdat zij het gemeenschapsleven van Groote Keeten zullen versterken. Leegloop is een gevaar dat gestuit moet worden. Zie de situatie in Oudesluis, ook hier geldt dat voorzieningen zullen verdwijnen als het dorp onderbevolkt raakt, nieuwe woningen  zorgen voor meer mensen. Zie de situatie in Burgerbrug.

Het experiment OldSkoel werd met argusogen bekeken omdat op deze plek prima woningen gebouwd zouden kunnen worden. De wethouder ziet hotel en woningbouw in Groote Keeten als twee zaken. Eerst het hotel en dan kijken of er woningen gebouwd kunnen worden. Zo win je natuurlijk niet de harten van de bevolking.

Hoe dan ook, het hotel zal er eerder zijn dan de woningen. Een raadpleging onder de bevolking van Groote Keeten laat zien dat een kleine meerderheid tegen de komst van het hotel is. De gemeente koketteert met haar verdienste dat zij graag luistert naar de wensen van de bevolking.

Die betrokkenheid is natuurlijk te prijzen, maar als het luisteren wordt met het verstand op nul, dan valt het tegen. Citaat: “Alles afwegende zijn wij nog steeds van mening dat het realiseren van een hotel een goede invulling is van deze locatie en een toegevoegde waarde voor het dorp. Bovendien ligt hier een uitgewerkt plan klaar waar jaren geleden mee is gestart.”

Groote Keeten wil Groote Keeten blijven: de ongereptheid van het dorp, rust en ruimte en de ongerepte natuur en het strand. De wethouder davert met zijn bulldozer door het dorp met de boodschap dat het hotel wel degelijk een aanwinst is voor het dorp.  Het heeft al te lang geduurd, vindt hij.

Eugeen Hoekstra