Column: Campinglife
Kamperen. Als kind vond ik niets toffer dan de camping. Zelfs op wintersport zaten wij in een stacaravan. Leuker was er niet in mijn beleving. Maar wellicht kwam dat ook omdat ik niet beter wist? Want in de sneeuw naar het toiletgebouw moeten lopen is niet echt iets wat ik nu als ‘leuk’ zou bestempelen. Dit uiteraard terzijde.
Want oprecht, het knusse van de caravan en het minileven op de camping vond ik heerlijk. Als arme student gingen mijn lief (van huis uit ook een ‘camping crack’) en ik romantisch in een tentje. Echter zodra we konden, werd de vakantie accommodatie toch iets luxer. En luxer. Totdat ik me niet meer kon voorstelen dat ik ooit ‘crepeerde’ op een matje in een slaapzak. En dat bovendien geheel vrijwillig deed.
Tot nu dan. Als moeder van twee nogal drukke kleine mannen die steeds groter en drukker worden én op aandringen van hun vader als diehard kampeerder van de familie, besloten we in de meivakantie naar de camping te gaan. In Winterswijk. Daar had moeders namelijk een glamping gevonden.
Yep, er is onderhandeld en er zijn compromissen gesloten. Mijn lief wilde ouderwets kamperen in een tent. Die vond ik. Alleen wel gemeubileerd mét eigen douche en toilet. Dirk wilde een zwembad. Check. Alleen geen groot wildwatergedoe, maar een eenvoudig vierkant badje van 10 bij 10, zonder glijbaan. Beide heren wilde een voetbalveld. Check. Ook iets kleiner van formaat (geen 7.140 m2), maar er waren twee doelen. Meer heb je niet nodig. En Faas? Die wilde Wifi en een stopcontact voor zijn oplader. Met lichte tegenzin ook een check. Op naar de Achterhoek dus.
Nu viel die meivakantie al in april dit jaar. Beetje vroeg voor een tent, maar met het geweldige weer van vorig jaar nog in het geheugen, waagden we het erop. En dat hebben we geweten.
De eerste ochtend werden we klappertandend wakker. Jongste bediende Faas merkte op dat wanneer we iets zeiden, onze woorden wolkjes in de lucht maakten. “Net als het liedje van Nielson mam!” Check.
Maar kou zit, volgens de gevleugelde uitspraak van mijn lief, tussen de oren. In feite was er er niet zoveel aan de hand. En dat klopte. We hebben namelijk een top week gehad. Ik begrijp weer waarom ik het vroeger zo leuk vond op de camping. Er is namelijk altijd wel iets te doen als je kind bent. En als kind interesseert het je geen bal of de zon schijnt of niet.
En ik nu ik groot ben? Ik ben erachter gekomen dat het campingleven mij eigenlijk ook wel heel goed past. De kinderen zijn blij en vermaken zich zonder apparaten, maar met een bal en water. Yeah. Vaders is in zijn tent helemaal in zijn element en zelfs een beetje zen. En ik? Ik lees, doe middagdutjes, maak praatjes met de buren (die uiteraard familie in Schagen hebben wonen…) en ben vooral lekker ongegeneerd aan het gluren. Want dat kan allemaal op de Glamping. Wat een luxe.
Volgend jaar gaan we weer. Zeker weten. Alleen dan wel in de buurt van het strand en niet bij een bos zoals nu. Dan moet je namelijk lopen, in dat bos. En op het strand, zoals bij ons, kun je zitten. Was getekend Faas (6). Onderhandelen kan altijd 😉
MARJOLEIN DEUTEKOM
- Tip ons met foto's, filmpjes en verhalen via redactie@noordkopcentraal.nl
- Volg ons ook via Facebook, Threads, Instagram of TikTok. Word abonnee van ons Youtube-kanaal
- Volg het laatste nieuws altijd via noordkopcentraal.nl
- Luister via FM of online naar onze radiozender
- Kijk via Ziggo, KPN of online naar ons TV kanaal