Woningbouw: Het heft in eigen handen nemen

Bij de toehoorders die werden verrast met inspirerende ideeën over seniorenhuisvesting in de toekomst kwam de klap hard aan toen ze van Wooncompagnie hoorde dat het op het gebied van wonen eerder minder dan meer zal worden. Afgelopen donderdagmiddag organiseerden WoonAdviesGroep Schagen , Wonen Plus Welzijn en de gemeente een druk bezochte symposium over ‘hoe te wonen als je ouder wordt’. In de raadzaal klonken zinnen als ‘de menselijke maat’ en ‘ouderen bestaan niet als groep’ en er werden voorbeelden van gemeenschappelijk wonen gepresenteerd  en aan diverse wanden waren diverse futuristische  woonconcepten opgehangen. Inspiratie genoeg, maar  Roeland Gravestein, directeur van  Wooncompagnie, poogde het publiek weer bij zijn positieven te brengen. De realiteit is een heel andere, hield hij de toehoorders voor.

Wooncompagnie heeft levensloopbestendige woningen gebouwd in Petten en Niedorp. Woningen dus waarin je oud kan worden omdat slaapkamer en douche zich op de beneden verdieping bevinden. Hij wilde er geen oordeel over uitspreken maar zijn gezicht sprak boekdelen toen hij zei dat de bewoners deze ruimten voor hobbykamer of opbergruimte gebruiken. Dus stopt Wooncompagnie met het bouwen van dit soort woningen en komen er brede woningen met standaard een traplift.

Terwijl Peter de Wit, duo-directeur van Wonen Plus Welzijn, een warm pleidooi hield voor huisvesting buiten de gebruikelijke kaders te gaan denken, vertelde Gravestein dat Wooncompagnie voor ouderen met een middeninkomen, die hun koophuis willen inruilen voor een kleinere huurwoning niets kan betekenen.  Zij moeten aankloppen bij de particuliere sector. Maar hiervan  mag niet veel worden verwacht. Er bestaan geen plannen van die kant om in Schagen duurdere huurwoningen te bouwen.  Wooncompagnie heeft gemerkt dat de huurappartementen aan de Bernhardstraat niet goed lopen. Als ze lang leeg staan worden  ze omgezet in koopappartementen. De conclusie is dat de sociale volkshuisvester  geen brood ziet in duurdere huurwoningen en focust, gedwongen door regels van de rijksoverheid, op lager geprijsde huurappartementen die er komen in Nes-Noord.  

Wethouder Jan Bouwes zei op het symposium dat projectontwikkelaars doordrongen zijn van de gevolgen van de veranderende woningmarkt. De consument is aan zet en dus wordt er meer vraaggestuurd en categoriaal gebouwd. Toch is het vertrouwen in projectontwikkelaars niet groot. Zodra de markt herstelt worden er weer woningen gebouwd van dertien in een dozijn. Wie geblinddoekt naar Schagen wordt gebracht en met de blinddoek af rondloopt in Nes-Zuid zal zeggen dat hij in een wijk in Amersfoort of Woerden is beland. De eentonigheid en gelijkvormigheid waarmee wijken in Nederland zijn volgebouwd zijn de projectontwikkelaars aan te rekenen.

De revolutie moet dus echt komen van de woningconsumenten zelf. Zij moeten het initiatief naar zich toetrekken en bondgenoten zoeken voor bouwplannen in eigen beheer. Dit betekent woningen bouwen naar eigen behoefte en inzicht. Grondeigenaars moeten niet op hun grond blijven zitten maar deze initiatieven ondersteunen door kavels tegen betaalbare prijs beschikbaar te stellen. De inspiratie moet echt komen van de bevolking.

Eugeen Hoekstra