Mark Rutte is geen ‘echte’ liberaal

In 2013 onthulde Mark Rutte een straatnaambordje op het strand van Den Haag. Het vermeldt de naam van de eerste liberale minister-president, Cort van der Linden. Die was minister-president van 1913-1918. Mark Rutte vertelde trots te zijn op zijn illustere voorganger en politiek aan hem verwant te zijn. Het is maar de vraag of Cort van der Linden trots zou zijn op Mark Rutte. Ik denk van niet. 

Frederik Jesse en Rutger Bregman concluderen in hun boek ‘Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers’ dat Van der Linden zich in zijn graf zou omdraaien als hij zou weten hoe Rutte het liberalisme anno 2020 in praktijk brengt.

Als je leest welke ideeën Van der Linden had, zou je bijna denken dat hij een socialist was. Toch baseerde hij zijn politiek op de denkbeelden van Adam Smith, de geestelijke vader van het liberalisme. Smith was eigenlijk meer ethicus/filosoof dan econoom. Hij hield zich voornamelijk bezig met vragen als: Hoe moeten we ons gedragen?  En wat is er van waarde en wat niet? Zo had Smith duidelijke opvattingen over rechtvaardigheid en ongelijkheid.

Diamantwaterparadox 

Maar ook had hij een duidelijke opvatting over wat er van waarde was en wat niet. Zo maakte hij een onderscheid tussen gebruikswaarde en ruilwaarde. Hij zei in dit verband: “Niets is van grotere waarde dan water, maar je kunt er bijna niets mee kopen”. Een diamant heeft geen gebruikswaarde, maar toch kun je er heel veel andere dingen mee kopen. Deze opvatting van Smith staat bekend als de ‘diamantwaterparadox’. Smith onderscheidt daarmee twee definities van het begrip ‘waarde’. 

Iets dergelijks zag Smith ook bij het begrip ‘arbeid’. Zo verstond hij onder ‘productieve’ arbeid werk dat een land rijker maakt. Een boer produceert voedsel dat meerwaarde geeft aan de maatschappij. Een verpleegkundige verhoogt de gezondheid van mensen en voegt in die zin waarde toe aan een samenleving. En ook een vuilnisman voegt waarde toe aan de maatschappij.

Parasieten

Zo onderscheidde Smith ook onproductief werk, bijvoorbeeld dat van een koning. Die knipt linten door en verschaft zijn volgers wat plezier, maar hij voegt niets van waarde toe aan de samenleving. Zo ook voetballers Messi en  Ronaldo. Die verschaffen je even plezier en kijkgenot, maar voegen niets van waarde toe. Hetzelfde geldt voor bankiers. Je kunt ze missen als kiespijn. Toch zijn koningen, veel voetballers en bankiers vaak erg rijk. Ze innen heel veel geld. Net als de erfgenamen van veelbezitters. Bijvoorbeeld Charlene de Carvalho- Heineken met een vermogen van 14 miljard. Smith noemde onproductieve mensen ‘parasieten’. Daarom, zei Smith, moeten we die luie, ijdele rijken stevig belasten. Smith had behoorlijk ‘linkse’ opvattingen. 

Progressieve belastingen

Smith was een groot voorstander van een progressieve vermogens- en inkomstenbelasting. Maar ook voor het flink afromen van erfenissen. Cort van der LInden nam veel van de denkbeelden van Smith over. Zo vond hij het erfrecht een ‘hinderpaal op den weg naar maatschappelijke ontwikkeling’. Hij streed ook voor de komst van een Rijkspostspaarbank. 

Van der Linden was er van overtuigd dat publieke voorzieningen in handen van de staat moesten blijven. Hij was wel voor een vrije markt, maar zag wel degelijk een belangrijke rol voor de overheid weggelegd.

Mark Rutte vindt daarentegen belastingheffing maar niets. Erfbelasting ziet hij als bijzonder onrechtvaardig. Hij noemt het ‘sterftaks’. Inkomstenbelasting noemt hij ‘jaloeziebelasting’. De belastingdienst zelf  ziet hij als ‘het blauwe gevaar’. 

Je kunt Cort van der LInden zien als progressieve liberaal. Mark Rutte daarentegen is een door en door conservatieve liberaal. Een neoliberaal…

Kees Zwaan

(Afbeelding: Cort van der LInden en Mark Rutte – Wikipedia)

Wil je niets missen uit Schagen en de regio?
Avatar foto
Je leest een bericht uit het rijke archief van Noordkop Centraal



Geef hier jouw reactie (check eerst onze huisregels):