Column: Wat staat in het weigeringebesluit over Lidl?

Vandaag kunnen we lezen waarom de gemeente Schagen weigert om een omgevingsvergunning af te geven aan Lidl om zich te vestigen aan de Zuiderweg in Schagen.

Het bestemmingsplan ‘Woongebieden Kern Schagen’  kent aan het perceel de bestemming ‘Bedrijf’ toe. Op de Staat van Bedrijfsactiviteiten is af te lezen dat vestiging van een supermarkt op deze plek on overeenstemming is met het bestemmingsplan. Het kan dus hier. Temeer  omdat de planregels geen definitie bevat van het begrip ‘Bedrijf’.

De gemeente grijpt hiervoor terug naar een uitspraak van de Raad van State die ging over de vestiging van een dansschool in dezelfde omstandigheden. Uit deze uitspraak, zo zegt de gemeente, kan de conclusie worden getrokken dat op het bewuste perceel een supermarkt is toegestaan. Een supermarkt is tenslotte een bedrijf en dus kan het hier.

De gemeente spartelt vervolgens tegen: het is nooit de bedoeling geweest van de planwetgever om op het perceel een supermarkt mogelijk te maken. Het betreft hier een conserverend bestemmingsplan. Het bedrijf van Oudshoorn moest positief worden bestemd, het gaat om een bestaand bedrijf, het was niet de bedoeling om een supermarkt toe te staan. Ook zegt de gemeente dat ‘bedrijfsactiviteiten’ erg ruim wordt geformuleerd. Je moet eerder denken aan buurthuizen, kerken en begraafplaatsen, luidt de redenering van de gemeente.

De gemeente wijst erop dat de locatie ook nog eens naast een spoorlijn ligt. “Hieruit valt af te leiden dat de lijst van bedrijfsactiviteiten moet worden opgevat als een lijst voor milieuzonering. Het ligt voor de hand dat met ‘bedrijfsactiviteiten’ bedoeld moet zijn activiteiten met maatschappelijke doeleinden en niet ambachtelijke doeleinden.

In ieder geval, zo valt te lezen in het weigeringsbesluit, kan de planwetgever met de term ‘bedrijf’ nooit bedrijven hebben bedoeld die zich overwegend richten op winkelend publiek. “Zoals gezegd gaat het hier om een conserverend bestemmingsplan en is enkel beoogd het bestaande bedrijf positief bestemmen, niet om detailhandel aldaar mogelijk te maken. Dat zou ook in strijd zijn met het gemeentelijke detailhandelsbeleid.”

Maar zeker van de zaak is de gemeente niet. Ze zegt dat er echter ook jurisprudentie is waaruit volgt dat op een bestemming als aan de Zuiderweg een supermarkt wel is toegestaan. “Vooralsnog stellen wij ons op het standpunt dat artikel 4.1 van het bestemmingsplan een supermarkt op het perceel mogelijk maakt.”

De gemeente gooit het daarom over een andere boeg: het bedrijventerrein. Detailhandel mag niet op een bedrijventerrein. Een bedrijventerrein wordt gedefinieerd als: een binnen de provincie Noord-Holland gelegen terrein van minimaal 1 ha bruto dat vanwege zijn bestemming bestemd en geschikt is voor gebruik door handel, nijverheid, commerciële en niet-commerciële dienstverlening en industrie. Volgens de gemeente kan het terrein Zuiderweg 4-6 worden aangeduid als een bedrijventerrein. Dit betekent dat de bouw van een supermarkt op het perceel in strijd is met het bestemmingsplan.

Als nabrander laat de gemeente weten aan Lidl dat de ontsluiting van het perceel dusdanig ongelukkig is dat ernstige verkeershinder te verwachten valt indien op het perceel een supermarkt wordt gevestigd.

De gemeente wedt op twee paarden: het bestemmingsplan heeft met de term ‘bedrijf’ niet bedoeld een supermarkt, maar een instelling met een maatschappelijke functie en het perceel is een bedrijventerrein en de provincie verbiedt detailhandel op een bedrijventerrein. Nu wordt het afwachten waar Lidl meekomt. Wordt vervolgd dus.

Eugeen Hoekstra